GROTE KERK

Het RSB-3 team vertrekt op 7 november naar Overschie. Door wat parkeerproblemen zijn we wat te laat en starten even na achten. In een klein zaaltje met 16 spelers in een HELE GROTE kerk. De temperatuur loopt daardoor gaandeweg op: in de zaal en op de borden.

Aan het eind wil iedereen zien hoe het afloopt bij Zoran. Het is een ingewikkelde strijd tussen 3 lichte stukken van Zoran en 2 torens.

Halverwege de avond staan we nog voor met 1-4 met een verliespartij voor Simon. Wordt het weer een 1-7?? Nee, met de hakken over de sloot eindigt de wedstrijd in 3,5-4,5. De eerste drie borden een 0, het vierde bord een 0,5 en de laatste 4 borden een 1. Wel leuk voor het wedstrijdformulier: 0 0 0 1/2 1 1 1 1

Bord 1 Zoran met wit .“De wedstrijd in de Grote Kerk in Overschie was voor mij persoonlijk de tweede wedstrijd die ik  heb verloren. De eerst verloren wedstrijd was 3 jaar geleden. Op deze 7e november moest ik mijn koning neerleggen. Tegenstander was Niels van Diejen. Na een Siciliaanse opening volgt een lange partij die eindigt als de laatste partij van de wedstrijd en met een slechte afloop voor de witte koning. De eerste fout, of beter gezegd: niet gezien, was voor mijn rekening. Maar na doorrekenen vond ik het verlies van een toren tegen paard niet slecht. Mijn toren kwam vast te zitten en afruilen voor twee lopers was een goed idee. Het eindspel had ik een lange periode goed in handen maar toch wist mijn tegenstander mijn witte koning mat te zetten.”

Bord 2 Bert met zwart: “Had ik nu echt een off-day of is het structureel? Ik begon met goede moed mijn tweede externe partij van dit seizoen. Aan bord 2 kreeg ik met zwart een geweigerd dame gambiet op het bord. Door mijn zwakke 15e zet en foute 17e zet kreeg mijn tegenstander een sterke aanval op de damevleugel die mij 2 pionnen kostte. Hoewel ik nog 25 zetten fel tegenstand bood, kon ik niet verhinderen dat er nog een pion op de damevleugel verloren ging, waarna mijn tegenstander feilloos het pionneneindspel tot een voor hem goed einde bracht.”.

Bord 4 Chris met zwart. “Met zwart op bord 4 bood mijn tegenstander op de 26e zet remise aan. Gelijke stand, maar mijn loper stond door eigen pionnen ingesloten. Positioneel stond mijn tegenstander iets beter, dus ik nam zijn remiseaanbod graag aan. We stonden ruim voor op dat moment, dus waarom niet… Maar de overige partijen eindigden niet zo gunstig voor ons. Gelukkig wonnen we nog met de kleinst mogelijke marge”.

Bord 5 Peter met wit. “Wit komt een pion voor. Maar zwart weet de pion terug te winnen. Hij moet dat wel doen door eerst zijn sterke paard te ruilen voor een niet al te sterkte witte loper. Daarna zet ik voort met de pionzet f4: (zwarte toren op e8!)

Dreigt f5 en f6. In de nabeschouwing (en Stockfish) wordt gesteld dat zwart nu f5 moet spelen. Hij speelt echter g6 en gaat dan na f4-f5 ten onder aan de aanval met dame, toren en paard. De slotzet is het paardoffer op g6″.

Bord 6 Eelko met zwart. “Nadat ik met de dame op d3 sloeg, had ik twee manieren sneller mat kunnen geven, maar het mat was onvermijdelijk”.

1.e4 d5 2. d4 dxe4 3. f3 exf3 4 Pxf3 Lg4 5.Pbd2 e6 6. B3 Lb4 7. Lb2 Pf6 8. c3 Le7 9.h3 Lh5 10. g4 Lg6 11. Le5 Ld5 12. Df3 Lh4+ 13. Kd1 c6 14. Lc4 Pd7 15. Pxg6 hxg6 16. Tf1 P7f6 17. Kc2 Dc7 18. Pe4 Pxe4 19. Dxe4 Dh2+ 20. Kb1 Dxh3 21. Th1 Dxc3 22. Lxd5 cxd5 23. De5 Dd3+ 24. Kc1

24…….Tc8+ 25 Lc3 Txc3 26. Kb2 Tc2+ 27. Ka3 Le7 28. Ka4 Da6#

Bord 7 Yuri met wit. “Voor mijn tegenstander werd het geen lange partij en na negen zetten was het al mat. De engine beoordeelde de partij met 100% nauwkeurigheid. Grappig genoeg volgt de zetvolgorde nauw de miniatuur José Raúl Capablanca – Edward Beckley Adams (1909):

1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Pc3 Lc5 4. Pxe5 Pxe5 5. d4 Lxd4 6. Dxd4 Df6 7. Pb5

Stockfish-evaluatie: +3,7 voor wit. Kd8? 8. Dc5 c6?? 9. Df8# 1–0”

 Even googelen levert het volgende plaatje:

Bord 8 Ruud met zwart doet wel een foute zet, maar daarvoor heeft zijn tegenstander dat een aantal keer gedaan. Voordeel genoeg voor een snelle winst.

En: “Aan het eind van de schaakpartij gaan zowel de koning als de pion terug in dezelfde doos”.

PIONIEREN

Niet Gouda’s Harmonie ‘De Pionier’, maar schaakclub de Pionier uit Hellevoetsluis komt stilletjes de speelzaal binnen. Maar met enig tromgeroffel en toeters en bellen kunnen we een 7-1 overwinning doorgeven van het RSB -3 team. Simon zorgt voor het eerste punt en daarna lopen de punten tot de Fischerstand 6-0 binnen. Daarna stokt het wat en komen er nog twee remises. Maar daar hoort ook nog een verhaal bij, zie bord 4 en bord 7.

Simon loopt al snel bij de andere borden te kijken wat betekent dat hij het eerste punt al binnen heeft gehaald.

Bord 1 Zoran met zwart: Mijn tegenstander op het bord was Wim Noordermeer. 28 zetten waren nodig om de witte koning neer te halen. Twee posities waren belangrijk en hebben de partij in de goede richting geleid. De eerste positie was toen ik twee pionnen gratis kon krijgen, maar ik had besloten om een harde aanval op de dame uit te oefenen. De tweede positie was een aanval met twee paarden, daaruit ontstond een mooie combinatie waaruit geen ontsnapping meer mogelijk was. Neerleggen van de witte koning was de enige optie.

Bord 2 Bert met wit: Vol goede moed begon ik aan het tweede bord aan mijn partij. Het werd een Philidor opening met dus de beste kansen voor wit. De machine gaf voortdurend + 0,5 tot 1,0 aan. Op een of andere manier varieerde de waardering van + 0,3 tot -0,2. Een blunder van mij werd door mijn tegenstander niet gezien en op de 17e zet kon een vol paard incasseren. Dit ging wel ten koste van de volledige piondekking van mijn koning. Dat maakte de stelling kwetsbaar toen de resterende lichte stukken van het bord verdwenen en de zwarte dame en torens actief konden worden. Mijn paard stond echter passief op d2, maar ik kon de verdediging goed organiseren. Toen ik mijn torens actief kon inzetten bij een koningsaanval en ook mijn paard eindelijk kon gaan springen, beging mijn tegenstander een fout die hem de volle toren kostte. Einde partij dus. 

Bord 4 Chris met wit:Na bijna 3 uur schaken kun je soms een eenvoudige winnende zet over het hoofd zien: 39 e zet: c5…Pion e6 van zwart gaat verloren en daarmee de partij. Ik zag het niet en nam het aangeboden remiseaanbod aan, omdat ik niet op tijd van mijn tegenstander wilde winnen en dacht dat de stelling in evenwicht was. Gelukkig wonnen we als team dik, dus een foutje was niet erg. Het valt trouwens op, dat je als toeschouwer betere zetten ziet dan als speler. Misschien omdat je letterlijk en figuurlijk meer afstand neemt? Slotstand:

Bord 5 Peter met zwart: De witspeler doet wat veel zetten met zijn pionnen waardoor mijn ontwikkeling makkelijk gaat. Hij krijgt een geïsoleerde pion die eenvoudig opgesnoept wordt door de enige (paard)verdediger uit te schakelen. Daarna kan ik met de torens binnendringen en is het gauw afgelopen met ook nog plots: mat!

Bord 6 Eelko met wit: In mijn partij kreeg ik veel cadeau. Het begon in de opening. Een vorkje leverde mij een stuk op. Volgens mij had mijn tegenstander nog een pion kunnen winnen, maar ook die eer liet hij aan mij. Ik had meteen het initiatief en kon voorkomen dat zwart kon rokeren. Met actieve lopers en ondersteuning van mijn dame moest mijn tegenstander van alles bedenken om mat te voorkomen. Hierdoor kreeg ik de kans om weer twee pionnen te pakken. Toen ik nog een loper won en even later ook nog een pion, vond mijn tegenstander het wel welletjes en het punt was binnen.

Bord 7 Yury met zwart: Ik had een dramatische partij in mijn allereerste teamwedstrijd. Chess.com beoordeelt deze partij hoog, met een nauwkeurigheid van meer dan 85% voor beide spelers. Mijn tegenstander speelde het versnelde Londen-systeem, wat ik toevallig de afgelopen 3 weken met zwart had bestudeerd, dus ik kende de beste zetten tot zet 14, toen ik voor de tijdige centrale pionopstoot ging:
1. d4 d5 2. Lf4 c5 3. e3 cxd4 4. exd4 Pc6 5. c3 Lf5 6. Pf3 e6 7. Lb5 Ld6 8. Lxd6 Dxd6 9. Pbd2 Pe7 10. Ph4 0-0 11. Pxf5 Pxf5 12. Pf3 f6 13. Ld3 Pce7 14. 0-0 e5 15. dxe5 fxe5
De stelling is ongeveer gelijk, ik heb de opening overleefd en gelijkspel bereikt met wat initiatief in het vooruitzicht, maar mijn tegenstander maakt een fout en mist een pionvork:



Ik had Db3 verwacht, waarbij de b7-pion niet geslagen kan worden vanwege Tfb8.
16. Te1?? e4 17. Lxe4 dxe4 18. Dxd6 Pxd6 19. Pe5 Tac8 20. Tad1 Tfd8 21. f3 exf3 22. Pxf3 Pc6
Ik heb een voordeel, maar hoe zet ik dat om in winst? Er is nog veel om voor te spelen.
23. b3 Pb5 24. Txd8+ Txd8 25. c4 Pbd4 26. Pg5 Pc2 27. Te2 P2b4 28. a3 Pd3 29. b4 h6 30. Pf3 Pf4 31. Te4 Pg6 32. g3 Kf7 33. h4 Td3 34. Kf2 Txa3 35. b5 Pa5 36. c5 Tc3 37. h5 Pf8 38. Te5
Ik sta onder druk en ben op dit punt aan het verdedigen ondanks het materiële voordeel; mijn tegenstander valt me met alles aan. Nadat ik de mogelijkheid zag dat de witte koning in een vork zou lopen, sta ik nu een hele toren voor:



38. … Tc2+ 39. Ke3?? Pc4+ 40. Kd4 Pxe5 41. Pxe5+ Ke6 42. Pc6 Ta2 43. Pd8+ Kd7 44. Pxb7 Pe6+ 45. Kc4 Kc7 46. c6 Kb6 47. Pd6 a5 48. Pc8+ Kc7 49. Pa7 Tg2 50. Kd5 Pd8 51. Kc5 Pxc6 52. bxc6 Txg3 53. Pb5+ Kc8 54. Kb6
Volgens de engine heb ik tot aan deze kritieke stelling geen fouten gemaakt, waar ik de enige juiste zet vond om niet te verliezen:



54. … Tb3! 55. Kxa5 Kd8 56. c7+
Helaas raakte ik op dit punt in paniek en maakte een onreglementaire zet (het slaan van het paard), en direct daarna kwamen we remise overeen, omdat ik in feite al mijn voordeel in één zet verloor door niet te pauzeren en na te denken, ondanks dat ik nog meer dan 6 minuten op de klok had in deze laatste partij die nog bezig was.
56. … Kc8 57. Kb6 Txb5+?? 58. Kxb5 Kxc7 59. Kc5 Kd7 60. Kd5 Ke7 61. Ke5 Kf7 62. Kf5
Het drong tot me door dat de witte koning gemakkelijk de oppositie bereikt en dit remise is. Goed eindspel van mijn tegenstander, die ook voor het eerst in dit format speelde. Complimenten! 1/2-1/2

Bord 8 Hans met wit: Ik begon weer eens met 1 Pc3. En mijn tegenstander antwoordde met 1 …; f5. Het maakte de zaak gelijk interessant want tot nu toe niet gespeeld. De eerste zetten gingen als volgt: 1 Pc3; f5 2 e4; Pf6 3 e5 ; Pg4 4 Le2 ; h5 5 f4 ; e6 6 Pf3 ; Le7

Je ziet wel, niets om over naar huis te schrijven maar ik vond wel dat ik op mijn tellen moest passen. Verder vond ik dat mijn tegenstander weinig aan theorie studeren had gedaan maar verder best gevaarlijk kon zijn. Ik heb die eerste zetten nauwkeurig bestudeerd want niets is zo vervelend om in het begin al te verliezen. Enfin, zwart probeerde het ook nog met a5 op de tiende zet en ik besloot voorlopig niet te rokeren dat deed ik uiteindelijk op zet 18 en de partij overschreed de 40 zetten. Zonder dat ik hierover iets interessants te melden heb, behalve dat de overgave van zwart kwam bij een stand waarbij beiden een toren en paard bezaten maar wit 3 pionnen meer had dan zwart.

Eindconclusie: ook bij de twee remisepartijen heeft er meer ingezeten, maar 7-1 is natuurlijk prachtig.

We pionieren verder!

P.S. In het laatst nummer van het magazine SCHAKEN.NL gaat de puzzel over schaakclubs.

Vraag 3 luidt als volgt:” Goudse club die zelf meent de oudste club van Nederland te zijn?”
Woord van 10 letters. Wie weet de oplossing?

SPROOKJE

(Peter Borg)

Er was eens een mooie stad in het midden van het Groene Hart. Daar woonden biermakers, pijpmakers, stroopwafelmakers, kaasmakers en ook messemakers. Het ging er rustig en vredig toe, maar…….op een pleintje naast een heel erg oud en mooi gebouw werd er zwaar en hard gestreden. Alleen op de zaterdag. Op 64 velden.

Met zelfs een paardoffer op g3.

Wandelaars, bezoekers en winkelend publiek speelden er een partijtje. Op een dag ontstonden er plots bij de bezoekers hele mooie stellingen op het pleintje. Een fee maakte er foto’s van. Een andere fee maakte er diagrammen van, onderaan.

De zwartspelers waren aan zet en ze wonnen de partij! Maar hoe?? Drie keer is zwart aan zet en hij/zij ging winnen. Wat waren dat voor schaakgiganten in dat stadje dat ze deze mooie combinaties vonden?Ze speelden de partij uit, gingen naar huis en leefden en schaakten daarna nog lang en gelukkig!

P.S. Helaas is de waarheid in sprookjes soms ver te zoeken. Ook in dit sprookje. In werkelijkheid kwamen twee schaakreuzen “langs”: Bobby Fischer (2 keer uit 1960) en Frank Marshall (van de Marshallvariant van het Spaans) uit 1912!

Twee keer slaan op e3 en dan een dameoffer

Twee keer slaan op b1 en dan een torenzet

Marshall zet de dame op een “onmogelijke” plek.

 

RSB 3 SPEELT GELIJK

Onze laatste competitiewedstrijd speelden we tegen 3-Torens V1 om des keizers baard. Promotie of degradatie speelden geen rol. We gingen voor de eer! Om 20.00 uur gingen we van start tegen de 3-TORENS uit Berkel met 4 torens op de 4 borden. Er was strijd op alle vier de borden.

Simon was als eerste klaar. Een winstpartij met een welgemeend compliment van een sterke tegenstander (rating 1824).

Ruud speelde tegen een invaller. Uit niets bleek dat dit een voordeel was. Hij zette Ruud steeds onder druk en won uiteindelijk de partij.

Mijn tegenstander opende met 1 d3. De voorbereide varianten konden toen in de prullenbak. Zijn ruil Ph4xLg6 zorgde voor een open h-lijn. Dromen van een torenoffer op h3!!  Toen kwam de volgende stelling:

Mijn focus was langzamerhand gericht op het winnen van pion d3 met Thd8.
Zoran (wie anders!) zag het later direct: Speel Th3! B.v. Kg1-f3: De4-Dg5; g3- Dh5. De droom blijft een droom…Gelukkig ging het eindspel wel goed met een rennende pion.

Eelko aan bord 2: “In de partij kwam ik aan het einde van de opening met een dubbelpion te zitten. Ik dacht met een mooi loperoffer op h6 de partij weer in evenwicht te kunnen krijgen. Maar mijn tegenstander wist steeds weer een zetje waardoor ik niet door kon pakken op de koningsvleugel. Even later door een verkeerde ruil kwam ik definitief achter te staan. Hopende dat mijn tegenstander toch nog ergens een steekje zou laten vallen bleef ik doorspelen tot het eind. Maar ik kon er helaas geen remise forceren en dus werd de eindstand 2-2.”

Deze remise bracht ons op de 4e plek in de rij van 7 teams, een echte middenmotor.

En: “Aan het eind van de schaakpartij gaan zowel de koning als de pion terug in dezelfde doos”.

KOPLOPER

RSB-3 speelde op 7-4 tegen de koploper WSV INTERNOS.

Zij hadden tot nu toe alle wedstrijden gewonnen. Wij staan in het “rechterrijtje”. Dus dat beloofde een heftig avondje te worden…. In het begin ging het nog goed.

Ruud plaatste tegen de kopLOPER een mooi aftrekschaak met zijn LOPER met winst van de dame. Maar daarna ging het mis aan de andere borden.

Op bord 1 verloor Chris na, ik meen, een Sicilaan.  (tussen twee haakjes uit een cryptogram: niet alleen schakers vrezen de Siciliaanse opening: ETNA)

Hans speelde aan bord 2 met wit. Je mag raden wat zijn openingszet was. Maar zijn tegenstander van de kopLOPER wist geen LOPER maar wel een paard te winnen. Gecombineerd met een aanval met de zware stukken eindigde dit in mat!

Zelf speelde ik aan bord 3 met zwart. De computer geeft de onderstaande stelling als ongeveer gelijk aan. Wits laatste zet is Dc3 en ik overzie zijn dreiging Df3. Td6 was noodzakelijk maar mijn zet verdiende :?? En de kopLOPER komt een LOPER voor. De stand is op dat moment 2-1 voor de tegenstander dus in plaats van op te geven ploeter ik tegen beter weten maar wat door.

Zo verliezen we helaas met 1-3. De koploper bleek een sloper.

Maar: “Aan het eind van de schaakpartij gaan zowel de koning als de pion terug in dezelfde doos”.

BURENRUZIE?

BURENRUZIE?

Op 25-11 speelt RSB tegen De IJssel  uit Moordrecht. Natuurlijk geen burenruzie maar een mooie schaakwedstrijd tussen twee goede buren. Helaas voor Messemaker is het eindresultaat negatief: 1,5-2,5. Onze nestor weet als enige een winstpunt binnen te halen.

Bord 1 Eelko speelt met zwart. In mijn partij kwam mijn paard aan het begin van het middenspel onderdruk te staan en ik moest hem opgeven tegen een pion. Mijn solide verdediging bezorgde mijn tegenstander kopzorgen en lange tijd had ik zicht op een doorbraak van mijn vier verbonden pionnen op de damevleugel. Wit wist alleen steeds te voorkomen dat ik een vrijpion kreeg. Bij de stand 1,5-1,5 waren de winstkansen voor mijn wel weg en kon ik alleen nog hopen op remise. Met zijn laatste zet plaatste mijn tegenstander zijn paard voor mijn vrijpion. Hierdoor kon ik niet meer op tijd promoveren. 

Bord 2 Simon speelt met wit. Helaas verscheen er een zwarte koning midden op het bord met verder de beginstelling,

Bord 3 Hans speelt met zwart. Zie hierbij de stelling na mijn 22e zet met zwart: Td3. Zoals heel vaak draait het in een partij meestal om één zet, dat was dit keer Td3. Ik had lang nagedacht over deze zet. Ieder andere zet zou m.i. leiden tot hoogstens remise (afruil van de torens) en mijn pionnen stonden zeker niet beter dan die van mijn tegenstander.   Mijn tegenstander speelde veel sneller dan ik en ik besloot het erop te wagen. Dit viel goed uit, wit deed Td2 en de partij eindigde met 1 loper tegen 2 pionnen in mijn voordeel .

Bord 4 Peter speelt met wit

Even terug in de tijd. 1985. 16e matchpartij tussen de twee K’s. Kasparov wint een prachtige en beroemde partij met een octopuspaard op D3. Dat paard domineert het bord zetten lang. Terug naar 2024. Het spelniveau en de ELO’s dalen met een gigantische snelheid, maar er is wel een overeenkomst: zwart wil D3 met een achtarmig kasparovoctopuspaard bezetten, gecontroleerd door pe4 en Lf5. Gelukkig kan wit dit met een tijdelijk pionoffer voorkomen. Daarna komt wit wat beter uit de situatie maar meer als remise ziet wit niet.   

Winst is na deze burenclash voor ons nog geen goede vriend.

Maar: “Aan het eind van de schaakpartij gaan zowel de koning als de pion terug in dezelfde doos”.

 

 

VUURWERK op het schaakbord?

Het viertal van RSB 3 gaat naar Rotterdam. Naar Onesimus.

Deze naam dateert van heel erg lang geleden vertelt hun website. Vlak bij het centrum van Rotterdam hebben we een gereserveerde parkeerplek geregeld in een parkeergarage 200 meter van hun locatie. De vierkamp wordt opgeluisterd door de buurt met veel en soms erg hard vuurwerk. Maar schakers zijn onverstoorbaar en spelen door of er niets aan de hand is. Het kan niet altijd muisstil zijn.

Vuurwerk buiten, maar is er ook vuurwerk op onze schaakborden? Helaas moeten we melden dat we slechts wat sissertjes afschoten. We verliezen met 3,5-0,5.

Chris, met wit, speelt op bord 1 en geeft aan: Mijn tegenstander veroverde een pion in het centrum. Zijn loper was heel sterk en mijn paard stond opgesloten in de hoek om de koning na de lange rokade te verdedigen. De 3 oprukkende pionnen van zwart richting de koning gaven de doorslag.

Aan bord 2 speelt Eelko, met zwart, en hierbij zijn relaas: Mijn tegenstander speelde goed, althans zo voelde dat tijdens de partij. Snel na onze rokades won hij een pion, maar een zet of 6 later had ik die alweer terug. Dit kleine beetje ruimte op het bord vergrootte de strijd om het centrum alleen maar meer. Mijn beste kansen waren toen wit de d-pion naar voren schoof.

28.d5 Qe2 (Ik dacht dat slaan op d5 niet goed was omdat wit dan te makkelijk druk kon zetten op f7.) 29.d6 Nf5  (Dit was niet goed. De witte dame kon te gemakkelijk weg en mijn paard deed toen eigenlijk niet echt meer mee. Wellicht was paard naar c6 beter.) 30.Qa4 b5 31.Qa6 (Hierna was het eigenlijk wel gedaan. Ik speelde nog een paar zetten door maar het misschien beter meteen op kunnen geven.) 1-0

Ruud speelt op bord 3, met wit.

Een achter gebleven pion op d3 gaat verloren, maar wit krijgt toch compensatie. Als de partij na de wedstrijd wordt nagespeeld ziet Ruud dat hij een winnende zet over het hoofd heeft gezien. Deze vuurpijl wordt afgeschoten maar ontploft niet! Daarna gaat het helaas mis.

Peter op bord 4, met zwart, geeft aan:

Mijn tegenstander speelt veel pionzetten in de opening zodat ik beter ontwikkeld ben. Ook de computer geeft in de onderstaande stelling voordeel aan (b.v. met Pa5 )

De rare pion op h6 weet ik te veroveren. Maar daarna kan hij toch weer terug krabbelen. Hij krijgt licht de overhand. In zijn tijdnood kan hij zijn pion terugwinnen en komen we tot herhaling van zetten. Een mager halfje is binnen.

Helaas geen goed begin van deze competitie. Geen reden tot vrolijk vuurwerk.

Maar: “Aan het einde van de schaakpartij gaan zowel de koning als de pion terug in dezelfde doos”

VOOR DE VIERDE KEER….

Weer is het RSB 3 gelukt te winnen met de minimale uitslag: 4,5-3,5. Voor de vierde keer in deze competitie.
Zo houden we het iedere keer weer spannend.

Het is de laatste competitiewedstrijd. Er staat ook niets op het spel. Geen promotie of dreigende degradatie We spelen dus voor een leuke wedstrijd en voor de eer. Op de borden is dan ook genoeg te beleven.

Bord 1 Joeri, zwart

Mijn tegenstander begon sterk met wit en had een goed antwoord op de Caro Kann opening. Eventjes leek ik onder de druk te bezwijken, maar tot mijn opluchting gaf hij mij een zet cadeau waarin ik kon rokeren. Daardoor was mijn koning in één klap veilig en stond ik ineens mooi opgesteld. Vervolgens liet hij mijn dame toe op f2, waardoor het spel ineens gespeeld leek. Na een paar zetten stond het er zo voor en is er mat in vier op drie verschillende manieren! Eén van die manieren is een dame-offer op g2, zoals Eelko vanaf bord 2 al had gezien.

Ik besloot het anders aan te pakken, want ik had schaakmat in vier helaas niet gezien. Daarmee gaf ik nog bijna mijn voordeel helemaal weg, als wit een serie zeer precieze zetten zou hebben gedaan. Dat was gelukkig niet het geval en niet lang daarna stond deze stelling op het bord.

In deze stelling besloot hij zijn dame op te geven op f4. De computer geeft aan dat dat inderdaad de beste zet is, maar hiermee is het spel ook wel enigszins gespeeld. We speelden nog twee zetten door en toen gaf hij op. m het hele spel te bekijken, klik op deze link naar de Lichess-studie.

Bord 2 Eelko, wit

Mijn tegenstander speelde snel en agressief. Het ene na het andere stuk werd geruild. Misschien had ik langer moeten nadenken over betere positionele zetten. Echter het ruilen was gunstiger voor hem dan voor mij. Toen hij richting te eindspel te veel pionnen van mij had opgegeten en vrij baan had om zijn pionnen te laten promoveren, heb ik opgegeven.

Bord 3 Jeroen, zwart

Er komt een eindspel met T+P voor zwart tegen T + wat extra pionnen. Als ik het goed heb gezien heb krijgt Jeroen wat pionnen terug maar door een vergissing raakt hij zijn paard kwijt (aanraken is spelen!). Er ontstaat dan een eindspel met T+ 2pionnen tegen T+pion (zwart). De koning van Jeroen staat heel centraal en zo weet hij toch nog de remise binnen te halen.

Bord 4 Peter, wit

Het wordt een Siciliaanse partij en ik krijg een goede stelling. In het eerste diagram heeft zwart Pe8 gespeeld na de zet Dg3 met aanval op e5 en Lh6. Waarom nu geen Lh6 gespeeld? Ik zag helaas allerlei leeuwen en beren op de weg

Daarna krijg ik later toch de e5 pion te pakken en de hele partij blijf is er een pion voor. De tegenstander blijft het me echter lastig maken, maar het voordeel blijft behouden. In de volgde stand komt Pf6: Na gf6: volgt Td8, Td7 en Ta7. Leuk, maar het voordeel verdwijnt hierdoor als sneeuw voor de zon.

Daarna speelt mijn tegenstander wat minder sterke zetten (de computer geeft dan aan +1.9). Hij wil  een pion terugwinnen met Te3. Zie volgend diagram. Dat is een grote fout en het punt is binnen!

Bord 5 Jasper zwart

Na lang nadenken en veel zetten hoor ik een remisevoorstel. Wit wil doorspelen maar helaas voor hem: Jasper weet toch te winnen.

Bord 6 Hans, wit

Hierbij de stand na 11 zetten.

Fritz gaf hiervoor het oordeel +0.44, veelbelovend dus, maar natuurlijk nog lang niet beslissend. Er volgde nu nog een partij van 50 zetten waarbij zwart kort en ik lang had gerokeerd en ik uiteindelijk het onderspit moest delven.

Bord 7 Johan, zwart

Wit speelde een Damesgambiet dat ik verdedigde met de Caro Kann. Wit pakte initiatief en stond een pion voor, maar met meer activiteit en wat tactiek draaide het momentum en moest wit haast maken met het oplossen van zijn onderontwikkeling. Alleen heeft wit die memo niet gekregen en ging licht ten aanval en was daarin slordig. Daarmee raakte het witte paard verstrikt tussen de pionnen, kon wit niet meer rokeren en kleurde tot slot de opponent zo wit als zijn stukken.

Een vlotte 0-1.

1 d4 c6 2. C4 d5 3. Nc3 Nf6 4. E3 Bf5 5. Qb3 Qc7 6. Cxd5 e6 7. Dxc6 Nxc6 8. Bb5B d6 9. D5 Nxd5 10. Nxd5 exd5 11. Qxd5 Bb4+ 12. Bd2 Bxd2+ 13. Qxd2 Rd8 14. Qc3 O-O 15. Rc1 Be4 16. F3 a6 17. Bxc6 Bxc6 18. Ne2 Qb6 19. Nd4 Rfe8 20. Nf5 f6 21.Qb3+ Qxb3 22. Axb3 g6 23. Nh6+ Kg7 24. Ng4 f5 25. Nf2 Rxe3+ 26. Kf1 Rde8

……na de 23e zet:  het witte paard raakt verstrikt….

Bord 8 Bradley met wit en met winst voor zwart.

Zo eindigt de wedstrijd met een 4,5-3,5 overwinning. In de eindstand van de competitie staat RSB keurig op de tweede plek, na nummer 1 Moerkapelle, waar we in de eerste wedstrijd met 3,5-4,5 (weer eentje!) van verloren hebben.

SCHAAKMAT of SHAH MATA?

RSB 3 speelt uit tegen Shah Mata. Een mooie naam voor een club. Wikipedia helpt: De term schaakmat is waarschijnlijk een vernederlandsing van twee Perzische woorden: shah mat. Shah Mat wordt geïnterpreteerd als: de koning is dood. Wellicht omdat heel vroeger als beslissing de koning kon worden geslagen. Na een bijzondere autorit met sightseeing Rotterdam komen we in de Nieuwe Nachtegaal. Wie gaat vanavond het hoogste lied zingen? Al redelijk snel noteren we twee verliespartijen, maar gelukkig komen er daarna wat punten binnen via twee overwinningen en twee remises. Chris en Joeri zijn de laatsten die nog spelen.

Chris heeft het lastig en probeert nog een matbeeld met T+P te maken, maar dat gaat net niet op en verliest daarna. De wedstrijdstand is dan:

We staan dus achter en alle hoop is gevestigd op Joeri. Een spannende partij met een mooi eindspel waarvan Joeri hieronder verslag doet.

Dit duel eindigt zowaar met een shahmata!! En de remise in de wedstrijd is bereikt!

Bord 1 Joeri wit

Ik begon met een solide stelling met wit, maar mijn tegenstander stond erop om er al snel een aanvallend spel van te maken. Dat pakte niet helemaal goed uit voor hem, waardoor ik na verloop van tijd twee pionnen voor kwam te staan. Ik wist de druk lange tijd te behouden en speelde richting een eindspel waarin mijn pionnen tot hun recht zou kunnen komen. Op een gegeven moment werd duidelijk dat we als team 3-4 achterstonden, dus dat ik zou moeten winnen om met ons team nog gelijk te spelen. Alhoewel ik er goed voor stond, voerde dit de druk nog extra op. Mijn tegenstander koos een slecht moment om de laatste toren af te ruilen, want de positie die overbleef zag er zo uit, met wit aan zet. 

Ik ben aan het rekenen geslagen en kwam tot de conclusie dat het precies zou gaan lukken om de pion op h5 te veroveren en mijn pion op g5 te behouden. Dat bleek ook zo te zijn, want de computer geeft mat in 39 zetten aan. Tijdens de wandeling met onze koningen zou zwart precies één tempo tekortkomen. Een paar zetten later is zwart aan zet in de onderstaande stelling. Hij heeft hier de keuze uit het pakken van de pion op g6 of terug naar de achtste rij gaan. Het leidt allebei tot niets, maar hij pakte uiteraard de pion. Ik kon vervolgens mijn koning op h4 zetten, waardoor zwart het liefst een zet zou willen overslaan, want nu moet hij de h-pion laten gaan.

In de zetten hierna kon ik de g-pion promoveren tot dame. Mijn tegenstander wilde per se uitspelen tot schaakmat (shahmata), dus dat heb ik plichtsgetrouw gedaan. De hele partij is te zien via deze link.

Bord 2 Eelko zwart

Mijn partij liep mis toen ik wits aanval via de h-lijn niet goed beoordeelde. Of eigenlijk een zet eerder. In de onderstaande stelling had wit net Pf3-g5 gespeeld. Het was niet de juiste zet op dat moment. De computer beoordeelt deze stelling met -1.36. Maar ik zal dadelijk laten zien dat ik zelf daarna ook niet de juiste keuze maakte. Wat wit hier had moeten spelen was 17.Pb1 Da6 18.Pxa3 Dx13 19.Pg5! Hierna zou de stelling weer volledig in evenwicht zijn.

 Mijn idee was om binnenkort Tc1 te spelen. Ik wilde voorkomen dat de witte dame nog op e2 haar toren kon verdedigen, en speelde daarom 

                17…Lb5?!

Had ik meteen Tc1 gespeeld dan was ik beter uit te strijd gekomen, bv na 17…Tc1 18.De2 Da6 (op 18…Lb5 volgt 19.Txc1!!) 19.Dxa8 Txe1+ 20.Df1 Txf1+ 21.Kxf1 Pxa2 22.Pb1 Le7 en zwart staat een pion voor.

De partij ging verder met

                18.Df3 Tc7?!

                19.Dh3

En wit kon binnenkomen en nog geen tien zetten later was de keuze of de dame ruilen tegen een paard (waarbij ik al meerdere pionnen had ingeleverd) of mat. Chapeau voor mijn tegenstander die op een krachtige wijze mij de les heeft gelezen.

Bord 3 Simon wit. Hartelijk dank voor het invallen omdat twee spelers niet aanwezig konden zijn. Het werd helaas wel een nederlaag.

Bord 4 Peter zwart

Na de opening heeft wit een zwakke d-pion. Met D+T+T is deze aan te vallen, maar ook met D+T+T te verdedigen. Door wat dreiging op de koningsvleugel en het doorschuiven van de f- en de e-pion komt de diagramstand. Na Df6 is de pion niet meer te houden.

Afruil naar een toreneindspel met een pion meer en een vrijpion, dat moet toch lukken. Wit gaf het toen ook nog helemaal weg door g3 te spelen.

Bord 5 Johan wit

Op bord 5 ontstond een boeiende partij met veel onbalans. Een witte loperoffer tegen twee pionnen op de Koningszijde maakte dat de koning van zwart niet meer kon rokeren. Toch kon ik mijn stukken niet goed genoeg coördineren voor een fatale aanval. Echter moest zwart wel veel stukken naar de Koningszijde brengen om te verdedigen, wat kansen bood om druk te zetten op de Dameszijde. Toen dat vast leek te gaan zitten dacht zwart een gratis pion op te kunnen pikken in het centrum. Dat was te optimistisch voor zwart. De dame kon hierdoor een pin zetten die zwart aan het struikelen bracht. In deze figuur vergaloppeerd het zwarte paard naar D7:

Ik lees nu het boek How to Reassess Your Chess: Chess Mastery Through Imbalances van de recent overleden Jeremy Silman. Een aanrader! Dit boek gaat over hoe je de onbalans in het spel moet gebruiken in je voordeel. Dat is in deze partij, hoewel zeker niet foutloos, best goed gelukt. De hele partij: 

1. e4 b6 2. Nc3 Bb7 3. Bc4 e6 4. d3 Bb4 5. Bd2 Nf6 6. a3 Be7 7. Qe2 d5 8. Bb5+Nbd7 9. e5 Ng8 10. d4 c6 11. Bd3 c5 12. Qg4 g6 13. h4 h5 14. Qg3 a6 15. Nf3 Qc7 16. Bxg6 Nf8 17. Bxf7+ Kxf7 18. Ng5+ Ke8 19. Qf3 Bxg5 20. hxg5 Qf7 21. Qg3 Ng6 22. O-O-O N8e7 23. Na4 cxd4 24. Nxb6 Rb8 25. Qb3 Bc6 26. Ba5 Nxe5 27. Qg3 Nd7 28. Nxd7 Kxd7 29. Qc7+

Bord 6 Hans zwart

Hierbij de stand van mijn partij na de 21-e zet van wit, ik deed Lxe4 maar had wel d3 overwogen een in ieder geval interessantere stelling. Fritz geeft hiervoor 21 ..d3 22.cd3 Txb3 23. Txe4 Td8 Maar eerlijk gezegd de energie ontbrak mij door een zware verkoudheid. Ook al werd ik vriendschappelijk voorzien van de nodige zuurtjes. Bovendien was ik de dag hiervoor in Amsterdam overvallen door een val op een ijzeren roltrap die mij in horizontale stand de grond deed bereiken. Enfin, hulp van omstanders en pleisters op mijn scheenbeen kon ik mijn bezoek normaal voortzetten en hoefde ik het schaken niet af te zeggen.

Bord 7 Chris wit

Ik kwam steeds meer pionnen achter; het enige dat mij restte was een dreiging met mat met toren en paard, maar mijn tegenstander doorzag dat.

Bord 8 Bradley zwart. Van veraf zag ik al snel en bord met allebei een toren en een stel pionnen. Wat later werd tot remise besloten.

De stand met nog eentje te gaan is nu:

PASCAL

Hoe groot zou de kans zijn dat Messemaker 3 zou gaan winnen van PASCAL 2?

Een moeilijke vraag, maar wellicht zou Pascal, groot denker uit de 17 eeuw, er meer over hebben kunnen zeggen. Hij was tenslotte een van de grondleggers van de kansrekening.

Het RSB 3 team had zo zijn KANSEN en benutte er net genoeg om de winst binnen te halen: 4,5- 3,5. De partijen van Joeri, Eelko en Hans duurde het langst, maar dat leverde dan ook 3 punten op! Verder (snelle!) winst voor Jeroen en remise voor het belangrijke extra  halve punt door Jasper.

Foto: onder veel belangstelling sleepte Eelko het laatste beslissende punt binnen.

Bord 1 Joeri

De tegenstander speelde met wit en kwam sterk uit de opening met een pion meer en veel druk vanuit het centrum. Hij wist de druk niet te behouden, waardoor ik wat stukken kon afruilen en ik weliswaar nog een pion achter stond, maar de situatie niet heel gevaarlijk meer was. De overgebleven stukken vielen elkaar bijna allemaal aan, waarbij mijn tegenstander zich in de onderstaande stelling liet zetten.

26. Pd2 ?! – Tbd8 !

Hij heeft twintig minuten nagedacht en concludeerde dat hij zijn koningin zou moeten inruilen voor een paard en een toren door Dxe4 te spelen. Tijdens het spel was duidelijk dat wij allebei in de veronderstelling waren dat ik hiermee aan de winnende hand was, alhoewel de computer de situatie als 0.0 evalueert. Ondanks het evenwicht dat de computer claimt, was het momentum aan het bord duidelijk aan mijn zijde, wat tot gevolg had dat hij een paar zetten later een blunder beging.

32. Pe2 ?? Hierna speelde ik de laatste zet van de partij, omdat mijn tegenstander de handdoek in de ring gooide. U mag raden wat die laatste zet is geweest!

Om de gehele partij te bekijken, kunt u deze link naar de Lichess-studie volgen.

Bord 2 Eelko

Er kwam een Scandinavische opening op het bord. Hierbij hielden beide spelers lang de gelederen gesloten. Een hersenspinsel van mij dacht dat ik in de opening al de zwarte dame kon vangen. Maar gelukkig zag ik op tijd dat mijn paard helemaal niet bij het beoogde veld kon komen. Dus bleef het voor zowel mijn tegenstander als voor mij nog een reeks zetten bij ontwikkelen, verschuiven en herpositioneren van de stukken. Toen ook zwart zijn tweede loper eindelijk van de startpositie in het spel gebracht had, de andere stukken stonden al (te) actief, vond ik het welletjes. Die loper moest eraf. En ook zwarts andere loper moest het veld ruimen. Schoot ik er echt veel mee op? Nee, het stond nog steeds gelijk. Dan maar weer op damesjacht. Met paard en loper, en een h-pion die lekker naar voren kon schuiven wilde ik de zwarte dame buiten het spel krijgen. Zwart doorzag mijn plan en trok zijn dame op tijd terug. Dit gaf zwart meer spel op de koningsvleugel. De zwarte pionnen rukten op, en ik moest accepteren dat ik mijn stukken moest terugtrekken. Enkele onzorgvuldige zetten later stond zwart er een stuk beter voor dan wit. Door aan te vallen op de damevleugel (we hadden beiden lang gerokeerd) leidde ik mijn tegenstander af van zijn plan om met de vrijpionnen op de koningsvleugel door te stomen. Dat bleek effectief. Hij kwam in tijdnood en begon minder nauwkeurig te spelen. Maar uiteindelijk was zijn laatste zet de fout die doorslaggevend was. Daarna gaf hij op. Het was de laatste partij en met 4,5-3,5 sloten we deze avond toch weer met winst af.

Bord 4 Chris .

Op bord 4 speelde ik een partij die ik liever snel vergeet…Pas op de 16e zet werd er een pion geslagen. Daarna volgde een enorme uitruil van stukken t/m de 23e zet, ik kwam een kwaliteit achter en mijn loper werd vastgezet. Het enige voordeel was, dat ik de voortreffelijke prestaties van mijn teamgenoten Hans en Eelco op de voet kon volgen!

Bord 5: Johan

Een zwarte dame in tranen op bord 5. Met zwart lukt het goed om het passieve spel van wit aan te pakken en zijn stukken vast te zetten. De winst leek op handen, maar op zoek naar mat maakte ik een blunder en zag mijn dame met ontzetting in de ogen in de goot belanden. Het tij was niet te keren en een 1-0 was het resultaat.

Bord 6 Hans

Hierbij de kritieke stelling van mijn partij.

Zoals gewoonlijk met wit weer mijn favoriete 1.Pc3. Mijn tegenstander had daar geen kaas van gegeten, na zet 8.Lf4 Df6 maakte hij een geweldige blunder en kon ik zijn ongedekte paard slaan op c4!.De stelling was al voordelig geworden voor wit, want de zwarte dame hoort niet op f6 thuis. Het is namelijk een verzwakking van de zwarte dame vleugel  waar de witte paarden graag gebruik van maken. Zo ook nu, zwart speelde uiteraard nog lang door met een stuk achterstand en ik moest nog behoorlijk mijn best doen! En dit allemaal met een lekkage probleem in mijn huis! Maar gelukkig toch nog een zeer goede schaakvriendelijke loodgieter gevonden die ook dat probleem tot een goed einde bracht.

Op bord 8 speelde Bradley. Aan het eind een strijd tussen torens en lichte stukken vol met wederzijdse penningen. Uiteindelijk een eindspel met een extra loper voor Pascal en dat was niet meer te houden.

Het slot van de schaakavond: de analyse, hoe had het anders gekund? Pascal vraagt zich welke KANS ze beter hadden moeten benutten….