Winst van RSB-team 1 op Fianchetto

(door Auke Wilming)

Het eerste RSB-team speelde haar tweede competitiewedstrijd op 3 november tegen Fianchetto. In de seizoenouverture tegen Charlois hadden wij een benauwde overwinning geboekt, en als zelfbenoemde kampioenskandidaten hoopten wij ook vandaag twee matchpunten te scoren. We waren in ieder geval op volle sterkte! Hieronder volgt een samenvatting van de partijen op bordvolgorde.

Sjoerd was op bord 8 als eerste klaar. Zijn tegenstander speelde een moderne verdediging en beantwoordde Sjoerds 17.h4 met 17…h5. Nu was de zwartveldige loper de enige verdediger van de zwarte velden rond de koning. Toen zwart met 21… Le7 de witte toren op d6 aanviel was de keuze om die te offeren dan ook snel gemaakt. De compensatie was overweldigend, met een sterk centrum en een hulpeloze zwarte koning. Vijf zetten later moest zwart zijn dame geven om mat te voorkomen en konden de stukken weer de doos in. Een vlekkeloze partij van Sjoerd!

Op bord 6 en 7 was er sprake van een unicum: een dubbele Guido-Kees ontmoeting. Op bord 7 werd onze Kees in een Trompovsky al snel verrast doordat hun Guido zijn g-pion offerde. Beide koningen rokeerde niet maar stonden op de f lijn, en omdat wit meer initiatief had was dat vooral voor Kees gevaarlijk. Uiteindelijk brak wit door, en na 29.Df6+ was dameverlies onvermijdelijk, dus won Guido van Kees.

Fianchetto’s Kees kon de eer niet reden voor de Kezen; ook op bord 6 won Guido. Onze Guido offerde zijn paard prachtig op d5 om vervolgens door te breken met 17.e6. 18…fxe6 was de enige manier om evenwicht te houden, maar zwart kon het niet doorrekenen en na 18…Txh2 stond Guido straal gewonnen. Na 31.Db6 was het mat in één, dus gaf Kees van Toor op.

Albert speelde op bord 5 een rustige Slavische verdediging met zwart en pakte op het juiste moment de c4-pion. Volgens de computer was de stelling nu al -1.3, en ook ik zag het rooskleurig in. Toch wist wit op de damevleugel kansen te creëren en enige tijd later was de stelling dus weer in evenwicht. Nadat wit een dameruil afsloeg kon Albert de 1 e rij domineren en had het einde verhaal moeten zijn. Helaas sloeg de vermoeidheid toe bij Albert en ruilde hij in gewonnen stelling af naar een gelijk toreneindspel. Hierin werden geen fouten meer gemaakt. Al met al een teleurstellende remise voor Albert, dus.

Scott wist op bord 4 met wit in een Damesgambiet een goed middenspel te bereiken. Zwart had nog twee zetten nodig om zijn stukken te ontwikkelen,en voor dat zover was had Scott door moeten pakken met 17.d5. Deze kans miste Scott helaas en dus kon zwart zijn loper en toren ontwikkelen. Nu was de partij volledig in evenwicht en doofde hij snel uit naar een toreneindspel waarin geen winstkansen meer waren. ½-½.

Op bord 3 mocht Jan zijn ongelukkige reeks proberen om te buigen tegen de 2300-rated Martin Roobol. Jan speelde zijn geliefde Frans en won een pion in ruil voor een passieve stelling. Tot aan de tijdnoodsfase kon het beide kanten op, maar uiteindelijk werd Jan toch
verslagen.

Ik (Auke) koos met wit voor een Maróczy Bind en mijn tegenstander combineerde daar tegen e5 met Lg7. Toen ik dit voor het eerst tegen me kreeg kon ik mijn ogen niet geloven, maar deze opzet is helemaal niet zo gek: een paard op d4 wordt ondersteund door de e5-pion en de loper. De vorige keer verloor ik vrij rap en ik was dus een gewaarschuwd man. Zwart koos voor een min of meer gedwongen variatie waarin hij mijn beide lopers won. In het daaropvolgende middenspel stond ik eigenlijk super comfortabel, want een paard op b6 blokkeerde het tegenspel op de dameszijde en mijn andere paard had ook de potentie om op het d5-gat te landen. Zwart had in deze stelling toch een serieus probleem met zijn zwartveldige loper, die nu immers ook geen paard op e4 meer kon ondersteunen. Al deze interessante dynamieken ten spijt werd de partij op hele andere gronden beslist: ik wist zwarts dame in te sluiten en te winnen voor een toren. Ik verkocht vervolgens de huid voordat de beer geschoten was, vergat dat het pas hooi is als het op zolder ligt, en blunderde prompt een stuk terug. Het resulterende eindspel was een remise.

Op bord 1 ruilde Peter Ypma al snel af naar een voordelig loper- en toreneindspel. Hij wist een pion te winnen en dan is het altijd de vraag of dat genoeg is. Peter wist het toreneindspel van 4 tegen 3 te winnen en legde ons later op de avond uit hoe: bij het afruilen van de laatste pionnen op de dameszijde eindigde zijn toren op de vierde rij en hierdoor kon wit na 30…h5 geen 31.h4 spelen. Peter kon zijn h-pion zodoende op h4 plaatsen en dat zorgt voor een theoretisch gewonnen stelling:

Wit kan hier op drie manieren op reageren: niets doen, h4 slaan, of g4 doorschuiven; gxh4 faalt omdat het resulterende structuur met de geïsoleerde f- en h-pionnen te zwak is en g4 doorschuiven creëert te veel gaten. Nietsdoen leek mij het best, maar ook dat zou niet moeten werken omdat wit een ruimtegebrek heeft als hij niet h4 kan spelen (klopt dit ongeveer, Peter!?).
Deze subtiele eindspeltechniek zorgde voor een belangrijk punt, want alles bij elkaar opgeteld eindigde de avond in een 4.5-3.5 overwinning! Albert zorgde voor het laatste halve puntje, en ondanks zijn teleurstelling over de weggegooid winst trok hij dus wel degelijk de winst over de streep! Met twee overwinningen van het krapste soort zijn wij het seizoen dus goed begonnen, maar het laat ook zien hoe klein de verschillen in de Meesterklasse zijn! 28 November spelen we weer, dan uit tegen Overschie.

Volg ons of deel dit bericht via:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *