Het RSB-3 team vertrekt op 7 november naar Overschie. Door wat parkeerproblemen zijn we wat te laat en starten even na achten. In een klein zaaltje met 16 spelers in een HELE GROTE kerk. De temperatuur loopt daardoor gaandeweg op: in de zaal en op de borden.

Aan het eind wil iedereen zien hoe het afloopt bij Zoran. Het is een ingewikkelde strijd tussen 3 lichte stukken van Zoran en 2 torens.
Halverwege de avond staan we nog voor met 1-4 met een verliespartij voor Simon. Wordt het weer een 1-7?? Nee, met de hakken over de sloot eindigt de wedstrijd in 3,5-4,5. De eerste drie borden een 0, het vierde bord een 0,5 en de laatste 4 borden een 1. Wel leuk voor het wedstrijdformulier: 0 0 0 1/2 1 1 1 1
Bord 1 Zoran met wit .“De wedstrijd in de Grote Kerk in Overschie was voor mij persoonlijk de tweede wedstrijd die ik heb verloren. De eerst verloren wedstrijd was 3 jaar geleden. Op deze 7e november moest ik mijn koning neerleggen. Tegenstander was Niels van Diejen. Na een Siciliaanse opening volgt een lange partij die eindigt als de laatste partij van de wedstrijd en met een slechte afloop voor de witte koning. De eerste fout, of beter gezegd: niet gezien, was voor mijn rekening. Maar na doorrekenen vond ik het verlies van een toren tegen paard niet slecht. Mijn toren kwam vast te zitten en afruilen voor twee lopers was een goed idee. Het eindspel had ik een lange periode goed in handen maar toch wist mijn tegenstander mijn witte koning mat te zetten.”
Bord 2 Bert met zwart: “Had ik nu echt een off-day of is het structureel? Ik begon met goede moed mijn tweede externe partij van dit seizoen. Aan bord 2 kreeg ik met zwart een geweigerd dame gambiet op het bord. Door mijn zwakke 15e zet en foute 17e zet kreeg mijn tegenstander een sterke aanval op de damevleugel die mij 2 pionnen kostte. Hoewel ik nog 25 zetten fel tegenstand bood, kon ik niet verhinderen dat er nog een pion op de damevleugel verloren ging, waarna mijn tegenstander feilloos het pionneneindspel tot een voor hem goed einde bracht.”.
Bord 4 Chris met zwart. “Met zwart op bord 4 bood mijn tegenstander op de 26e zet remise aan. Gelijke stand, maar mijn loper stond door eigen pionnen ingesloten. Positioneel stond mijn tegenstander iets beter, dus ik nam zijn remiseaanbod graag aan. We stonden ruim voor op dat moment, dus waarom niet… Maar de overige partijen eindigden niet zo gunstig voor ons. Gelukkig wonnen we nog met de kleinst mogelijke marge”.
Bord 5 Peter met wit. “Wit komt een pion voor. Maar zwart weet de pion terug te winnen. Hij moet dat wel doen door eerst zijn sterke paard te ruilen voor een niet al te sterkte witte loper. Daarna zet ik voort met de pionzet f4: (zwarte toren op e8!)
Dreigt f5 en f6. In de nabeschouwing (en Stockfish) wordt gesteld dat zwart nu f5 moet spelen. Hij speelt echter g6 en gaat dan na f4-f5 ten onder aan de aanval met dame, toren en paard. De slotzet is het paardoffer op g6″.
Bord 6 Eelko met zwart. “Nadat ik met de dame op d3 sloeg, had ik twee manieren sneller mat kunnen geven, maar het mat was onvermijdelijk”.
stelling na 24. Kc1
Bord 7 Yuri met wit. “Voor mijn tegenstander werd het geen lange partij en na negen zetten was het al mat. De engine beoordeelde de partij met 100% nauwkeurigheid. Grappig genoeg volgt de zetvolgorde nauw de miniatuur José Raúl Capablanca – Edward Beckley Adams (1909):
Stelling na 7. Pb5
Stockfish-evaluatie: +3,7 voor wit. Kd8? 8. Dc5 c6?? 9. Df8# 1–0”
Even googelen levert het volgende plaatje:

Bord 8 Ruud met zwart doet wel een foute zet, maar daarvoor heeft zijn tegenstander dat een aantal keer gedaan. Voordeel genoeg voor een snelle winst.
En: “Aan het eind van de schaakpartij gaan zowel de koning als de pion terug in dezelfde doos”.



























