Uitslagen Interne Competitie Ronde 12
Messemaker RSB-team 1 rookt vredespijp met SG Overschie
(door Albert Segers)
Vrijdagavond 28 november was er weer een clash tussen Messemaker en Overschie in de RSB-Hoofdklasse. De week ervoor hadden beide teams elkaar al in de KNSB competitie getroffen, waarbij toen Messemaker toen aan het langste eind trok (5-3). Er waren toen in totaal tien spelers die nu ook meededen. Overschie was deze avond met hun vaste RSB-team opgekomen en Messemaker had één invaller nodig. Het beloofde weer een spannende wedstrijd te worden en daarin kwamen we niet bedrogen uit. Er waren in veel partijen dramatische wendingen waar harten van verzakten en elke prognose weer de prullenbak in kon. Ondanks het feit dat Messemaker een “verrader van Overschie” in hun gelederen had, werden we hartelijk ontvangen en geestig toegesproken door de voorzitter Niels van Diejen, met alleen wat potjes zout in de “open wond”.
Mijn partij was als eerste om ca. 21:30 al klaar. Mijn sympathieke tegenstander Robbert Fokkink was duidelijk teleurgesteld dat hij tegen een clubgenoot moest spelen. Zelf was ik ook niet happy met de situatie, maar ik had gelukkig een vooraf bedachte strategie waar ik me aan vast kon houden. Zelf met zwart op een relatief hoog bord 4 gewoon vol voor de remise gaan. Dat levert toch een voordeeltje op voor mijn team en verder even goede vrienden! Robbert is een sterke en creatieve speler, zelf ben ik wat degelijker (ook wel saai genoemd door sommige houthakkers) en dat levert onderling altijd interessante gevechten op die zelden vredig eindigen. Maar deze keer kwam ik goed uit de opening, kreeg het initiatief op de damevleugel en bood in betere stand remise aan. Robbert kon daar goed mee leven en zo houd ik de relatie met Overschie nog enigszins gezond.
Rond 22:00 kon ik een eerste inventarisatie doen. Peter Ypma met wit op bord 1 tegen Quirinius van Dorp (2230) was een hele scherpe stelling. Gewoontegetrouw was Peter ten aanval getrokken waarbij hij de ontwikkeling van zijn koning en damevleugel wat lager prioriteerde. Heel spannend, moeilijk te beoordelen voor mij.
Op bord 2 mocht Jan het met zwart uitvechten tegen het tweede Overschiese kanon Robert Straver. Tegengestelde rokades, wit initiatief op de damevleugel, zwart meer ruimte op de koningsvleugel. Dat kon ook nog alle kanten op.
Auke mocht met wit op bord 3 tegen Erik Brandenburg proberen een volgende Overschie- scalp aan zijn gordel te binden (na Robert en Quirinus). Dit werd een geweldig gevecht in de lijfvariant van Erik, die als dubieus te boek staat maar wel een stelling waarin Erik goed thuis is en zijn kwaliteiten kan laten schijnen. Op dit moment ook nog onvoorspelbaar qua uitslag.
Scott op bord 5 met wit was een interessant duel met Karel Looijmans, die net als Scott een rustige positionele aanpak prefereert en praktiseert. Maar Scott ging er nu vol tegenaan met zijn koningsvleugel pionnen naar voren te gooien. Dit wordt buigen of barsten dacht ik.
Sjoerd op bord 6 met zwart mocht op herhaling tegen Daan Smit. Afgelopen zaterdag troffen ze elkaar ook en met dezelfde kleurverdeling, toen won Sjoerd. Nu weer een scherpe Siciliaan maar de dames waren er al af en wit leek veel beter te staan.
Kees op bord 7 met wit kwam voordelig uit de opening tegen Han Smit (ja, de broer van). Hij had zelfs op zet 11 al een tactische beslissing voorhanden (kwaliteitswinst) die hij even miste. Maar Kees stond nu gewoon een gezonde pion voor, dat zag er goed uit voor Messemaker.
Op bord 8 zat Jeroen met zwart tegenover Arnout van Kempen. NB: op bord 7 en 8 werd dezelfde opening gespeeld, wat op bord 7 tot een open stelling leidde (dat ligt Kees goed) en op bord 8 tot een gesloten stelling (dat ligt Jeroen goed). Het zag er naar uit dat Jeroen, net als afgelopen zaterdag, als invaller weer een nuttige bijdrage ging leveren. Wat in het oog sprong was een geïsoleerde triple-pion van wit op de c-lijn. Wit had een pluspion maar die stelde hierdoor niet veel voor. Dit schatte ik in als minimaal een remise voor Jeroen. Mijn prognose op dat moment was 4-4.
We komen er weer in om 22:30.
De kruitdampen bij Peter zijn inmiddels opgetrokken: zijn aanval werd goed gepareerd, er was geen weg meer terug, zijn koning te kwetsbaar en stukverlies daardoor onafwendbaar. Overschie pakt de voorsprong.
Maar kort daarna weet Kees zijn goed gespeelde partij te verzilveren (pluspion promoveert) en staat het weer gelijk (1½ – 1½). Jan staat een pion achter met de compensatie voor zijn tegenstander.
Auke heeft duidelijk minder gestaan, maar komt sterk terug en heeft nu twee stukken voor de toren in een spannende stelling waarin beide koningen kwetsbaar zijn. Geen idee hoe dit gaat eindigen, want Auke heeft ook nog slechts 10 minuten op de klok en Erik nog 50 minuten!
Scott bouwt rustig verder aan zijn aanval op Karels koningsstelling. Hij heeft duidelijk het initiatief maar de tijdsfactor gaat nu een rol spelen, spannend!
Sjoerd staat zwaar onder druk en Jeroen staat ook minder, maar ik reken toch op remise
bij hem vanwege de tijdnood van Arnout. Een objectieve prognose laat een overwinning voor Overschie schemeren in de glazen bol!
Maar dan de eerste lichtpuntjes: Jan toont zich een ware Houdini! In zeer slechte stelling offert hij een stuk waarmee hij remise door eeuwig schaak hoopt af te dwingen. En warempel, dat lijkt er inderdaad in te zitten …
En Auke krijgt de overhand, hij haalt met een tactische zet heel mooi de angel van zwart uit de stelling (een dame + loper batterij) en staat nu duidelijk beter. Maar hij heeft nog slechts 5 minuten op de klok in een ietwat chaotische stelling … Heel professioneel vouwt hij nu zijn notatieboekje dicht (noteren is immers niet meer verplicht) en gaat er eens goed voor zitten. Dit lijkt goed te komen.
Scott staat nog steeds iets beter, Sjoerd staat er slecht voor, Jeroen moet remise kunnen maken. Dus: als deze drie borden de punten verdelen, Jan remise en Auke wint dan gaat Messemaker met de punten naar huis!
Nou, dat scenario lijkt lange tijd uit te komen. Jan haalt inderdaad de remise binnen met eeuwig schaak, Auke breekt door de stelling heen en heeft zijn volgende Overschie-scalp. En Jeroen bereikt inderdaad de remisehaven. Nu concentreert zich de zinderende spanning op de borden 5 en 6 …

Messemaker heeft nog één punt nodig voor de overwinning. En dat zal van Scott moeten komen, want Sjoerd heeft enig tegenspel met zijn vrijpion maar staat in hogere zin nog steeds verloren. Scott doet het heel goed, zijn aanval slaat door en hij komt een stuk voor in een eindspel waarin Karel nog wel een pion meer en tegenspel heeft. Er zijn slechts een paar nauwkeurige zetten nodig … Scott doet het in eerste instantie prima en heeft de winst binnen handbereik. Maar na zijn torenruil blijkt de vrijpion van Karel opeens heel gevaarlijk. Die was nog te stoppen geweest met een mooie paard-pirouette met remise als resultaat, maar in vliegende tijdnood mist Scott deze kans en geeft zich over op het moment dat hij door zijn vlag gaat. Hartbrekend, maar gelukkig revancheert Overschie zich op bord 6,
waar Daan in tijdnood zijn gewonnen eindspel niet kan verzilveren.
Daarmee redt Sjoerd een half punt voor Messemaker en hiermee eindigt deze titanenstrijd op een gelijkspel (4-4). Ik denk dat beide ploegen hiermee nu wel kunnen leven.

Hiermee ligt Messemaker nog op koers voor het kampioenschap. Wordt vervolgd.
Winst voor Messemaker 1847 in 2e ronde RSB-beker
(door Scott Verschoor)
In de eerste ronde van de RSB bekercompetitie was Messemaker vrijgeloot. Nu mochten wij in de tweede ronde het opnemen tegen de schaakvereniging van Moerkapelle. Voor deze ronde vielen Albert en ik in. Ondanks dat ons team wat verzwakt was, waren wij met een ratingverschil van 100 ratingpunten de favoriet om te winnen.
Nu weet iedereen dat je in sport je tegenstander nooit mag onderschatten en dat bleek maar weer eens op deze avond. Op alle 4 de borden was het enorm spannend, tot in de laatste minuten was het niet duidelijk welk team de winst zou pakken.
Op bord 4 speelde Auke met zwart tegen een d4 systeem met Pf3. Als je tegenstander besluit om solide te spelen in een d4 opening, dan kan het best moeilijk zijn om te winnen met zwart. Dit merkte Auke ook, pas laat in de partij werd het ratingverschil duidelijk. Met de kwaliteitswinst wist Auke met twee torens de stelling te domineren en won zijn partij.
Albert speelde op bord 3 met wit. Zijn tegenstander speelde een Caro-Kann waar Albert lang een voordeel had. Toch bleek het lastig te zijn om een groter voordeel op te bouwen. Zijn tegenstander vond veel goede zetten en wist de stelling weer in evenwicht te brengen. Pas in de laatste minuten van de partij kon Albert de doorbraak vinden. Zwart offerde twee pionnen voor tegenspel maar kon niet de juiste voortzetting vinden. De tweede winst voor Messemaker was binnen!
Jan speelde op bord 2 met zwart tegen een Catalaan zonder c4. Deze partij bleef heel lang in evenwicht totdat Jan ervoor koos om de stelling interessant te maken met f6. Hiermee verzwakte hij zijn koning, want de dames waren nog op het bord. Dit was misschien dubieus, maar zijn tegenstander kon de complicaties niet aan en verloor een heel stuk. Jan wist dit keurig af te ronden in het eindspel.
Ikzelf werd op bord 1 geplaatst. In mijn partij koos mijn tegenstander ervoor om de Grünfeld-verdediging te spelen. Al vroeg in de partij week mijn tegenstander af van de hoofdvariant en speelde een paar dubieuze zetten. In de opening bouwde ik zelfs een winnende stelling op, maar helaas kon ik niet de juiste voortgang vinden. Nadat ik wist dat ik mijn kans had gemist, kon ik het remise aanbod van mijn tegenstander niet aannemen. Uiteindelijk was dit een verkeerde beslissing, want mijn tegenstander speelde het eindspel een stuk beter dan ikzelf. Gelukkig kon ik onder tijdsdruk nog met remise ontsnappen.
Al en al was het een intensieve en spannende avond. Gelukkig hebben wij aan het langste eind kunnen trekken. Eindstand: 0,5 – 3,5 winst.
Messemaker KNSB-team 2 weer dichtbij in Den Haag
(door Eelco Naarding)
We gingen naar Den Haag voor onze tweede wedstrijd dit seizoen, tegen het op papier sterkste team van de groep, SHTV 2. Gemiddeld hadden we 80 ratingpunten minder. Dan is er van alles mogelijk, maar moet het een beetje meezitten.
Frank was als eerste klaar op bord 3:
Mijn partij was kort en niet zo krachtig. Er kwam een Siciliaan Alapin op het bord en er verdween al spoedig veel materiaal van het bord. Het evenwicht werd nauwelijks verbroken en na twintig zetten bood mijn tegenstander remise aan. Ik dacht ook al een paar zetten aan een remiseaanbod, zodat we na 1,5 uur klaar waren.
Niet lang daarna ging Nick ten onder, die er een grondige analyse van heeft gemaakt:
Ik begon de partij met de zwarte stukken, mijn tegenstander begon met 1.e4, ik reageerde met 1…c6, de Caro Kann. De partij ging verder met 2.Pf3 d5 3Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pf6. Een bekende stelling, ik heb dit al 2 keer gespeeld in de interne competitie tegen Albert Segers en Derek Zuurmond dit seizoen. Beide partijen gingen overigens verloren, maar ik was vastberaden om niet dezelfde fouten te maken. De partij ging verder: 5.De2 Pxe4 6.Dxe4 Pd7 7.Lc4 Pf6 8.Pe5 e6 9.De2 b5. Precies zoals eerder dit seizoen tegen zowel Albert als Derek. De zet 9…b5 zet een mooie val op, als wit besluit te pakken op c6 dan volgt 10…Dc7 11.Lxb5 a6 12.La4 Ld en na bijv. 13.Df3 Tc8 is het onmogelijk om stukverlies voor wit te voorkomen. Mijn tegenstander was helaas goed genoeg om hier niet voor te vallen en besloot 10.Lb3 te spelen. Wederom dezelfde stelling.

De partij ging verder: 10…Dc7 11.d4 Ld6 12.O-O O-O 13.c3 a6 14.f4 c5. Uiteraard is mijn idee om de a7-g1 diagonaal open te breken en mijn andere loper op b7 te plaatsen. Maar al snel had ik door dat mijn tegenstander ook al goed op weg was om zelf een sterke aanval op te zetten. 15.Lc2 werd gespeeld, gevolgd door 15…cxd4 16.cxd4 Lb7. Hier was ik eigenlijk nog heel tevreden met mijn stelling:

Maar zoals eerder benoemd is mijn tegenstander ook behoorlijk actief met een sterk
loperpaar, een toren die vrij snel op een open f lijn kan opereren en een dame die
mogelijkheden heeft om naar mijn koningszijde te bewegen. In deze stelling was ik vooral
bang voor de zet 17.f5 en mijn tegenstander was het daar volledig mee eens, want vrijwel direct na mijn zorgen stond die zet op het bord. Ik speelde toen eerst 17…Tac8, gevolgd door 18.Ld3 Db6. Mijn vermoeden was dat hij hier verplicht was om 19.Le3 te spelen en na 19…Pd5 20.Lf2 heb ik 20…Pf4, dan zou ik geforceerd de witte loper van het bord kunnen halen. Dat zou heel erg fijn zijn geweest, maar uiteraard is mijn tegenstander niet verplicht om 20.Lf2 te spelen. Dus de partij ging verder met 20.fxe6.

De exacte sterkte van deze zet had ik duidelijk onderschat. Ik had uiteraard wel gezien dat hij hier dreigt om bijv. Dh5 te spelen, of Lxh7 en dan Dh5. Maar ik had een aantal cruciale
zetten verkeerd ingeschat. Mijn eerste gevoel was hier dat ik op e5 kon pakken met mijn
loper en een onderdeel kon winnen, hij kon natuurlijk niet terug slaan want dan pak ik op e3
met mijn dame en ruilen we dames af. Maar na 20…Lxe5 speelde hij direct 21.Lxh7+, als ik hier pak dan komt 22.Dh5+ Kg7 23.exf7, en dan moet ik mijn toren opgeven, dus mijn vermoeden was dat 21…Kh8 de beste zet zou zijn. En na 22.Dh5 had ik 22…Pf6 in gedachten, maar ik kwam er na het spelen van 22.Dh5 achter dat dat natuurlijk niet
mogelijk is vanwege 23.Txf6. Dus hier was ik eigenlijk al direct in de
veronderstelling dat ik aan het verliezen was. En dat klopt, ik kwam nog wel op de zet 22…Pf4, een leuk idee. Als hij hier bijv. met de loper pakt dan kan ik de aanval enigszins overleven omdat de pion op d4 hangt met schaak. Maar na 23.Txf4 was de situatie nog steeds erg droevig voor zwart.

Het is hier al compleet verloren voor zwart, maar wit moet nog wel het juiste vervolg zien
te vinden. De pion op d4 is natuurlijk heel zwak. De partij ging verder als volgt: 23…Lxf4 24.Lf5+ Lh6 25.Lxh6 g6. Ik had hier helaas ook gemist dat ik de pion op d4 natuurlijk niet kan pakken, dan kan hij zijn loper terugtrekken met schaak. Dus ik was geforceerd om g6 te spelen en uiteraard is de positie hier hopeloos verloren. Hij speelde 26.Dh4 gevolgd door 26…f6 27.Lxf8+ Kg8 28.Dxf6. Toen heb ik mijn hand uitgestoken en opgegeven. Een leuke partij, helaas viel het kwartje voor mij de verkeerde kant op dit keer.
Ivar speelde remise, net als Leslie, en nu stonden we 1.5-2.5 achter. Derek speelde een zeer gelijk eindspel iets te ambitieus, verloor een kwaliteit en iets later de partij. 1.5-3.5.
Ikzelf speelde op bord 5, tegen dezelfde tegenstander als vorige jaar. Toen met zwart, nu had ik wit. In een QGD liet Ton mij alles op de damevleugel doen wat ik wou. Hij pakte daarvoor ruimte op de koningsvleugel terug, maar de doorgeschoven pionnen waren ook een risico, en hij was veel tijd kwijt met stukmanoeuvres. De cruciale zet was in deze stelling:

27. Ne2! Nd6 28. Bd3 Qxf4 29. Nxf4 Kh6 30. Rc5 Ne8 31. Bb5
Dit monsterpaard op f4 valt de zwaktes op zowel d5 als h5 aan, en is niet makkelijk weg te jagen. Bovendien kan zwart de pionnen op d5 en b7 niet vasthouden na de loperruil. Alle zwarte pionnen behalve die op de a en h-lijn verdwenen, en mijn tegenstander gaf op toen de d-pion ging promoveren:

Met de stand nu 2.5-3.5 was er toch weer een beetje hoop. Simon speelde een lastig eindspel op bord 7 en onze invaller Marijn had op bord 1 na een zeer overtuigende partij een winnend eindspel op het bord. Misschien was 4-4 nog mogelijk?
Helaas, de partij bij Simon ging verloren. En Marijn maakte een foutje op het einde. Hij dacht de weg naar de winst te zien, maar zijn tegenstander kon de oppositie pakken. Toch remise. Eindstand: 3-5 verloren.
Messemaker KNSB-team 1 wint degradatiekraker tegen Overschie 1
(door Auke Wilming)
Vorig seizoen deden wij in de KNSB-competitie tot het einde van het seizoen mee voor promotie naar de 2e klasse, maar dit seizoen is promotie wiskundig al bijna onmogelijk. In plaats daarvan zijn we na drie nederlagen veroordeeld tot degradatievoetbal. De jaarlijkse ontmoeting met Overschie was een belangrijke om uitzicht op de veilige plekken te houden. Hieronder op bordvolgorde een verslag van de partijen.
Jeroen speelde op bord 8 mee als invaller en dat deed hij uitstekend. Met zwart kwam hij al
redelijk snel in een eindspel terecht waar hij met zijn geïsoleerde d-pion alleen kon
afwachten. In onderstaande stelling speelde hij Le8-d7-e8-d7-e8! Even later bood zijn
tegenstander remise aan en dus hielp Jeroen ons al voor de 2e keer dit seizoen succesvol uit de brand.

Rob speelde op bord 7 en dat werd een frustrerende middag, waar hij wel een puik verslag
van wist te maken:
‘’We hadden het er in de auto nog over gehad: sla niet met de dame op b2, ook al is het goed. Was het toeval? Ik kreeg in de partij de gelegenheid om dit eens te laten zien. Ik speelde in deze stelling e3, zo toelatend dat zwart Db4+ en Dxb2 zou kunnen doen.

Ik heb snelle ontwikkeling en veel spel voor de pion. In de analyse achteraf bleek dat mijn (overigens sympathieke) tegenstander erg veel waarde aan een pion vóór hechtte. In analysestellingen waar ik op diverse manieren zou kunnen winnen, was het ‘ja maar ik sta nog een pion voor’. In het verloop van de partij liet hij de dame op de damevleugel staan en kwam daarmee in de problemen. Zie het volgende diagram.

De stelling na 14… c5 15. e5. Zwart speelt nu 15…dxc4 om het paard naar d5 te kunnen brengen, maar verliest hier een stuk: 16. Pxc4 Pd5 17.Ta3 (zie volgende diagram)

na 17. …Db4 18 Txa6 speelde zwart 18…b5. Hier had ik gewoon Pd6 kunnen spelen en dan
had ik probleemloos een vol stuk voor gestaan. Maar ach, ik wilde het weer eens mooi doen
met een tussenzet 19. Tb1? Waarna zwart het logische 19,,,Pc3 speelde en ik niets beters wist dan de kwaliteit terug te geven met 20. Txb4 Pxe2+ 21.Lxe2 bxc4. De computer geeft mij nog steeds een plus van 2.3, maar zwart heeft nu wel weer spel. Ik speelde het verder niet goed waardoor mijn voordeel slonk als sneeuw voor de zon. We speelden in tijdnood nog 20 zetten verder tot hij remise aanbood in de volgende stelling:

Ik zag niet hoe ik mijn twee zwakke pionnen (d4 en f2) zou kunnen blijven verdedigen.
Remise leek mij ook prima gezien de stand in de match, dus nam ik het aanbod aan. Nu thuis zie ik dat de computer mij nog steeds een voordeel van +1.5 geeft. Achter het bord was ik minder zeker. Mijn tegenstander vond dat hij minder stond. Dat had hij dan wel weer goed gezien.’’
Een beetje een spoiler in de laatste alinea, maar het leek inderdaad de goeie kant op te gaan. De volgende twee borden hadden inmiddels namelijk al gewonnen.
Op bord 6 was Sjoerd als eerste klaar. In een Siciliaanse opening ging zijn tegenstander al
snel enigszins de mist in en kon zwart b2 slaan. De koning vluchtte naar d2 en dat leek mij
niet echt speelbaar. Dat bleek, want vier zetten later gaf wit op. Sjoerd won ook al zo snel in
de RSB, heeft nu 2,5 uit 3 in de KNSB en is op koers voor een welverdiende 2000-rating.
Lekker!
Kees speelde op bord 5:
‘’De cruciale stelling van mijn partij na de 21ste zet Dd1-h5.

De opening behandelde ik wat slordig. Het gevolg was dat zwart kans zag mijn e-pion te
veroveren. Dat ging ten koste van een verzwakking van de zwarte koningsstelling, maar dat had niet fataal hoeven af te lopen als zwart zich hier met 21…De7 had verdedigd met nog steeds een klein voordeel. Zwart ging hier de fout in met 21…dxe5? waarna het snel mis ging na 22.Dg6+ Kh8 23.Dxh6+ Kg8 24.Txe1.’’
Op bord 4 speelde Jan met zwart een interessante partij. Wit probeerde de ontwikkeling van de witveldige loper te frustreren met het antipositonele f4-f5. Ik was hier vanaf de zijkant best van onder de indruk, maar uiteindelijk wist Jan af te wikkelen naar een eindspel van elk toren en loper met 4 pionnen. Jan kon de pionnen aan de dameszijde amper dekken en ik vreesde het ergste. Maar hoe hij het deed, deed hij het, en Jan wist af te wikkelen naar een stelling met enkel twee pionnen aan de koningszijde. Gezien de situatie op de andere borden speelde zijn tegenstander hier toch door, en dat kwam hem bijna duur te staan. Jan wist een pion te winnen, maar toen na de lopers ook de torens werden geruild, kon zwart zijn koning niet meer van de h-lijn bewegen door de horizontale oppositie van de witte koning. Een zwaarbevochten remise dus, na een sterke verdediging in een lastige stelling van Jan.
Ikzelf speelde op bord 3 met wit tegen de erg sterke Quirinius van Dorp. Hij koos voor een
zijvariant van de Ruy Lopez en het werd een complexe partij. Eenmaal in het middenspel speelde ik na een half uur nadenken 14.Ph4, mede mogelijk gemaakt door de toren op a4
(bijvoorbeeld 14…Pxe4 15.Pxe4 Dxh4 16.d5 Pe7 17.Pxd6 en wit wint).

Ook mijn tegenstander ging nu de denktank in en kwam op 14…Tb8, om in een aantal
varianten de b7-loper verdedigd te hebben. Achter het bord hoopte ik een aanval te kunnen
laten slagen met zetten als Df3 en Pf5, maar dat sloeg niet echt door. Ondertussen had zwart nog maar 8 minuten voor de laatste 21 (!) zetten, en dat gaf de doorslag. Ik wist na een aantal fouten over en weer de f-lijn te openen en dan werken de offers wel.

Wit wint, hoe? Overigens is dit de hoogste rating die ik ooit heb verslagen!”
Scott speelde op bord 2 en stond opmerkelijk passief, met een dame op a7, het paard nog op b8 en de toren op a8. De aard van de stelling was echter zo dat wit niet veel kon forceren met zijn meer ontwikkelde stukken. Enige tijd later wist Scott dan ook zijn stukken te mobiliseren en leek hij de beste troeven te hebben. Helaas zag hij een dame-offer over het hoofd, waarna wit domineerde met een loperpaar en en toren tegen een dame. Daar was geen beginnen meer aan. 1-0.
Peter speelde op bord 1 en schreef daar het volgende over:
‘’In mijn partij (een Réti-opening) wist ik in de opening snel de opmars b2-b4-b5 door te
zetten, waarna het zwarte paard van c6 naar d8 terug moest en de loper van c8 lange tijd
opgesloten bleef. Ik verzuimde echter om de manoeuvre Pc3-a4-b6 uit te voeren, omdat ik die loper van c8 minder waard vond dan mijn paard. In plaats daarvan gebruikte ik zeeën van tijd (mijn tegenstander trouwens ook, maar wel iets minder), waardoor ik de laatste 25 (!) zetten in hevige tijdnood verkeerde, terwijl mijn tegenstander hevig tekeer ging op mijn
koningsstelling. Wonder boven wonder wist ik er ongeschonden vanaf te komen en kort na
zet 40 werd de vrede getekend, waarmee de teamoverwinning formeel een feit was (hoewel intussen wel duidelijk was dat Jan niet meer kon verliezen en dus was de teamwinst eigenlijk daarvoor al bekend). ‘’
Wij winnen deze vier- of zespuntenwedstrijd dus! De rest van het seizoen hebben wij nog een hoop werk te verzetten, maar we zijn in ieder geval van de nul af. Op 13 december spelen we weer een belangrijke wedstrijd, dan uit tegen RSR Ivoren Toren.
Zie ook het verslag van Overschie van deze wedstrijd.

Een eenvoudige overwinning voor RSB team 2
Wedstrijdverslag CSV RSB2 – Messemaker RSB2
Met een gemiddelde plusrating van 164 punten lag een overwinning voor de hand. Met de 7-1 winst hebben we dit ook waargemaakt.
Onderstaand de partijverslagen.
Bord 1: Bernard
Mijn tegenstander speelde Siciliaans, met naar mijn oordeel e6 op het verkeerde moment. Er kwamen wat gaten op de zwarte velden.
Hier kon ik goed gebruik van maken door veel activiteit te pakken. Een offer van een paard tegen 2 pionnen was een creatieve gedachte om dat op te lossen, maar dat mocht niet baten. Toen de dames werden geruild, de activiteit bleef en ik dat stuk nog steeds voor stond, gaf mijn tegenstander op.
Bord 2: Rob
Ik speelde met zwart een Klassieke Siciliaan, waarbij wit Lb5 speelde. Een ongevaarlijke variant. Daarna was het manoeuvreren waarbij we volgens de computer weinig fout deden en we steeds gelijk stonden. Hij speelde wel passief en verdedigend en had veel tijd verbruikt. Hij bood remise aan nadat hij (met het bord nog vol stukken) een stuk weggaf. Daarna gaf hij meteen op.
Bord 3: Jeroen
Mijn partij: Met wit speelde ik Engels, en blijkbaar het Carls-Bremen Systeem.
Na een aantal passieve zetten en inactieve stukken van mijn tegenstander kreeg ik steeds meer de overhand, en ik had de partij volgens Ome Fritz sneller kunnen afmaken.
Tijdens het kijken bij de overige borden viel mij op dat Frank dezelfde pionnenstructuur op de Damevleugel had staan: a3,b4,c4 en d5, de stelling was echter totaal anders.
De slotstelling laat goed zien dat de zwarte stukken niet samen werken en passief staan.
Slotstelling na 25 Pd4-f5; 1-0
Bord 4: Nick
Mijn tegenstander speelde de Damegambiet, ik reageerde met de Semi-Slavische verdediging. Na 5 zetten speelde mijn tegenstander de opvallende zet a4, vermoedelijk om b5 te verhinderen en ruimte te winnen op de damevleugel. Na 7 zetten stond deze stelling op het bord:
Hier besloot ik om meteen in het centrum aan te vallen en te pakken op c4, de partij ging verder als volgt, 8. Lxc4 c5 9. O-O Pc6 10. Dd3 cxd4 11. exd4 Pb4 12. De2 b6. De partij is op dit moment nog gelijkwaardig, zwart is met ongeveer -0.28 in het voordeel. Verwaarloosbaar dus. Mijn eerste onnauwkeurigheid was 13. Pbd5 (de belangrijkste reden waarom ik Pbd5 speelde was om de geïsoleerde pion tegen te houden, maar bij nader inzien was Pfd5 waarschijnlijk iets beter):
Na deze zet staat wit iets beter, gelukkig miste mijn tegenstander de kritische zet Pe5 en werd mijn fout niet afgestraft. De partij ging verder: 14. Le3 Lb7 15. La6 Lxa6 16. Dxa6 Pb4 17. De2 Tc8. Wederom is de stelling hier min of meer gelijk, met een minimaal voordeel voor zwart. Na wat heen en weer schuiven van de onderdelen speelde mijn tegenstander op zet 23. Db5:
De beste zet voor zwart is De4, ik besloot om dames af te ruilen (wat overigens ook prima is), vanwege de dubbele pionnen op de B lijn en de geïsoleerde pion op de D lijn. Na Tfc8 domineer ik de open c lijn met mijn beide torens en was mijn vermoeden dat ik wel beter moest staan hier. Dat klopt, maar het is slechts -1 voor zwart hier, dus de partij was allesbehalve beslist. Ergens in deze fase bood mijn tegenstander remise aan, ik besloot om nog even door te spelen vanwege de zwakke pionnen van wit.
Helaas kwam ik in deze fase ook in tijdsnood en begon de vermoeidheid toe te slaan, ik merkte dat de beste zetten vinden lastiger begon te worden en dat de kans op een fout toenam. Na een aantal zetten kwam deze stelling op het bord:
Ik heb helaas te veel tegenspel van mijn tegenstander toegelaten, ik ben hier geforceerd om Th8 te spelen en volgens de computer is de stelling hier alweer min of meer gelijkwaardig. We speelden nog even door en kwamen in deze stelling terecht:
Dit was overigens het grootste voordeel wat ik heb gehad in de gehele partij, hier staat zwart ongeveer -3, ik speelde hier Kf7, de beste zet, gevolgd door Tbg3 en toen g6, wat een cruciale fout was en de voorsprong weer uit handen gaf. Hier was de beste zet Thc8 met het idee om een toren te offeren voor het paard en de loper (vervolgens valt de pion op f4 door mijn paard). Ik was op dit punt eigenlijk al compleet overtuigd dat het een remise zou worden en ook niet meer zo scherp als aan het begin van de avond. Na 2 zetten bood mijn tegenstander opnieuw remise aan en ben ik akkoord gegaan.
Bord 5: Frank
Bij mij kwam er een vierpaarden spel op het bord, waarin mijn tegenstander te passief was. Er kwam een stelling op het bord met twee lopers voor mij, die beide op de koningsstelling waren gericht, en twee paarden voor mijn tegenstander, die nauwelijks meededen. De druk op de koningsstelling van mijn tegenstander werd snel erg groot en voor tien uur had ik het punt binnen. Dit had twee voordelen: 1) ik rustig de partijen van mijn medespelers volgen en 2) ik hoefde niet meer op te onplezierige klapstoelen te zitten. CSV is een prima en gastvrije vereniging, maar de stoelen waar je 3,5 – 4 uur op geacht wordt op te zitten, kunnen echt niet.
Bord 6: Eelco
Ik had een Accelerated Londen tegen, en mijn tegenstander zat erg te azen op een offer op de koningsvleugel. Hij koos er uiteindelijk voor in deze stelling:
Hij had waarschijnlijk berekend dat hij na 13. … gxh6 14. Qg4+ Kh8 15. Qg6 minimaal eeuwig schaak had. Maar ik had de tussenzet 13… Nxe5. Na 14. Bc2 gxh6 was het vooral geen mat of eeuwig schaak weggeven en het extra stuk vasthouden.
Bord 7: Ivar
De avond voor mij begon met het snel claimen van een redelijke stoel. Binnen onze vereniging wordt de Pirc defence niet veel gespeeld en als ik ertegen speel lijk ik vaak te verliezen. Zal wel door de opening komen. Ik begon dan ook onhandig aan de partij. Echter, mijn tegenstander gaf mij iets te veel ruimte en liet mij een aanval opzetten met achtereenvolgens f4, f5 en xg6 leidend tot de volgende stelling:
Deze lopers zijn natuurlijk heerlijk en de open lijn perfect. Ondanks een enkel foutje van mij, wat gelukkig niet afgestraft werd, kon ik deze aanval mooi voorzetten tot een redelijk makkelijke winst.
Bord 8: Wibo
Het was niet mijn avond. Ik zag eenvoudig stukverlies over het hoofd en ik zag ook niet dat ik dat eenvoudig had kunnen pareren. Gelukkig is het lang geleden dat ik zomaar een stuk verloor. Waren het de slechte stoelen, de Coronavaccinatie of gewoon een slechte dag?
Uiteindelijk wist ik 2 pionnen als compensatie te krijgen, maar mijn tegenstandster had het beste van het spel (+1,3). Gelukkig was ze al heel blij met remise, dat was dus een flinke meevaller voor mij.
GROTE KERK
Het RSB-3 team vertrekt op 7 november naar Overschie. Door wat parkeerproblemen zijn we wat te laat en starten even na achten. In een klein zaaltje met 16 spelers in een HELE GROTE kerk. De temperatuur loopt daardoor gaandeweg op: in de zaal en op de borden.

Aan het eind wil iedereen zien hoe het afloopt bij Zoran. Het is een ingewikkelde strijd tussen 3 lichte stukken van Zoran en 2 torens.
Halverwege de avond staan we nog voor met 1-4 met een verliespartij voor Simon. Wordt het weer een 1-7?? Nee, met de hakken over de sloot eindigt de wedstrijd in 3,5-4,5. De eerste drie borden een 0, het vierde bord een 0,5 en de laatste 4 borden een 1. Wel leuk voor het wedstrijdformulier: 0 0 0 1/2 1 1 1 1
Bord 1 Zoran met wit .“De wedstrijd in de Grote Kerk in Overschie was voor mij persoonlijk de tweede wedstrijd die ik heb verloren. De eerst verloren wedstrijd was 3 jaar geleden. Op deze 7e november moest ik mijn koning neerleggen. Tegenstander was Niels van Diejen. Na een Siciliaanse opening volgt een lange partij die eindigt als de laatste partij van de wedstrijd en met een slechte afloop voor de witte koning. De eerste fout, of beter gezegd: niet gezien, was voor mijn rekening. Maar na doorrekenen vond ik het verlies van een toren tegen paard niet slecht. Mijn toren kwam vast te zitten en afruilen voor twee lopers was een goed idee. Het eindspel had ik een lange periode goed in handen maar toch wist mijn tegenstander mijn witte koning mat te zetten.”
Bord 2 Bert met zwart: “Had ik nu echt een off-day of is het structureel? Ik begon met goede moed mijn tweede externe partij van dit seizoen. Aan bord 2 kreeg ik met zwart een geweigerd dame gambiet op het bord. Door mijn zwakke 15e zet en foute 17e zet kreeg mijn tegenstander een sterke aanval op de damevleugel die mij 2 pionnen kostte. Hoewel ik nog 25 zetten fel tegenstand bood, kon ik niet verhinderen dat er nog een pion op de damevleugel verloren ging, waarna mijn tegenstander feilloos het pionneneindspel tot een voor hem goed einde bracht.”.
Bord 4 Chris met zwart. “Met zwart op bord 4 bood mijn tegenstander op de 26e zet remise aan. Gelijke stand, maar mijn loper stond door eigen pionnen ingesloten. Positioneel stond mijn tegenstander iets beter, dus ik nam zijn remiseaanbod graag aan. We stonden ruim voor op dat moment, dus waarom niet… Maar de overige partijen eindigden niet zo gunstig voor ons. Gelukkig wonnen we nog met de kleinst mogelijke marge”.
Bord 5 Peter met wit. “Wit komt een pion voor. Maar zwart weet de pion terug te winnen. Hij moet dat wel doen door eerst zijn sterke paard te ruilen voor een niet al te sterkte witte loper. Daarna zet ik voort met de pionzet f4: (zwarte toren op e8!)
Dreigt f5 en f6. In de nabeschouwing (en Stockfish) wordt gesteld dat zwart nu f5 moet spelen. Hij speelt echter g6 en gaat dan na f4-f5 ten onder aan de aanval met dame, toren en paard. De slotzet is het paardoffer op g6″.
Bord 6 Eelko met zwart. “Nadat ik met de dame op d3 sloeg, had ik twee manieren sneller mat kunnen geven, maar het mat was onvermijdelijk”.
stelling na 24. Kc1
Bord 7 Yuri met wit. “Voor mijn tegenstander werd het geen lange partij en na negen zetten was het al mat. De engine beoordeelde de partij met 100% nauwkeurigheid. Grappig genoeg volgt de zetvolgorde nauw de miniatuur José Raúl Capablanca – Edward Beckley Adams (1909):
Stelling na 7. Pb5
Stockfish-evaluatie: +3,7 voor wit. Kd8? 8. Dc5 c6?? 9. Df8# 1–0”
Even googelen levert het volgende plaatje:

Bord 8 Ruud met zwart doet wel een foute zet, maar daarvoor heeft zijn tegenstander dat een aantal keer gedaan. Voordeel genoeg voor een snelle winst.
En: “Aan het eind van de schaakpartij gaan zowel de koning als de pion terug in dezelfde doos”.
Winst van RSB-team 1 op Fianchetto
(door Auke Wilming)
Het eerste RSB-team speelde haar tweede competitiewedstrijd op 3 november tegen Fianchetto. In de seizoenouverture tegen Charlois hadden wij een benauwde overwinning geboekt, en als zelfbenoemde kampioenskandidaten hoopten wij ook vandaag twee matchpunten te scoren. We waren in ieder geval op volle sterkte! Hieronder volgt een samenvatting van de partijen op bordvolgorde.
Sjoerd was op bord 8 als eerste klaar. Zijn tegenstander speelde een moderne verdediging en beantwoordde Sjoerds 17.h4 met 17…h5. Nu was de zwartveldige loper de enige verdediger van de zwarte velden rond de koning. Toen zwart met 21… Le7 de witte toren op d6 aanviel was de keuze om die te offeren dan ook snel gemaakt. De compensatie was overweldigend, met een sterk centrum en een hulpeloze zwarte koning. Vijf zetten later moest zwart zijn dame geven om mat te voorkomen en konden de stukken weer de doos in. Een vlekkeloze partij van Sjoerd!
Op bord 6 en 7 was er sprake van een unicum: een dubbele Guido-Kees ontmoeting. Op bord 7 werd onze Kees in een Trompovsky al snel verrast doordat hun Guido zijn g-pion offerde. Beide koningen rokeerde niet maar stonden op de f lijn, en omdat wit meer initiatief had was dat vooral voor Kees gevaarlijk. Uiteindelijk brak wit door, en na 29.Df6+ was dameverlies onvermijdelijk, dus won Guido van Kees.
Fianchetto’s Kees kon de eer niet reden voor de Kezen; ook op bord 6 won Guido. Onze Guido offerde zijn paard prachtig op d5 om vervolgens door te breken met 17.e6. 18…fxe6 was de enige manier om evenwicht te houden, maar zwart kon het niet doorrekenen en na 18…Txh2 stond Guido straal gewonnen. Na 31.Db6 was het mat in één, dus gaf Kees van Toor op.
Albert speelde op bord 5 een rustige Slavische verdediging met zwart en pakte op het juiste moment de c4-pion. Volgens de computer was de stelling nu al -1.3, en ook ik zag het rooskleurig in. Toch wist wit op de damevleugel kansen te creëren en enige tijd later was de stelling dus weer in evenwicht. Nadat wit een dameruil afsloeg kon Albert de 1 e rij domineren en had het einde verhaal moeten zijn. Helaas sloeg de vermoeidheid toe bij Albert en ruilde hij in gewonnen stelling af naar een gelijk toreneindspel. Hierin werden geen fouten meer gemaakt. Al met al een teleurstellende remise voor Albert, dus.
Scott wist op bord 4 met wit in een Damesgambiet een goed middenspel te bereiken. Zwart had nog twee zetten nodig om zijn stukken te ontwikkelen,en voor dat zover was had Scott door moeten pakken met 17.d5. Deze kans miste Scott helaas en dus kon zwart zijn loper en toren ontwikkelen. Nu was de partij volledig in evenwicht en doofde hij snel uit naar een toreneindspel waarin geen winstkansen meer waren. ½-½.
Op bord 3 mocht Jan zijn ongelukkige reeks proberen om te buigen tegen de 2300-rated Martin Roobol. Jan speelde zijn geliefde Frans en won een pion in ruil voor een passieve stelling. Tot aan de tijdnoodsfase kon het beide kanten op, maar uiteindelijk werd Jan toch
verslagen.
Ik (Auke) koos met wit voor een Maróczy Bind en mijn tegenstander combineerde daar tegen e5 met Lg7. Toen ik dit voor het eerst tegen me kreeg kon ik mijn ogen niet geloven, maar deze opzet is helemaal niet zo gek: een paard op d4 wordt ondersteund door de e5-pion en de loper. De vorige keer verloor ik vrij rap en ik was dus een gewaarschuwd man. Zwart koos voor een min of meer gedwongen variatie waarin hij mijn beide lopers won. In het daaropvolgende middenspel stond ik eigenlijk super comfortabel, want een paard op b6 blokkeerde het tegenspel op de dameszijde en mijn andere paard had ook de potentie om op het d5-gat te landen. Zwart had in deze stelling toch een serieus probleem met zijn zwartveldige loper, die nu immers ook geen paard op e4 meer kon ondersteunen. Al deze interessante dynamieken ten spijt werd de partij op hele andere gronden beslist: ik wist zwarts dame in te sluiten en te winnen voor een toren. Ik verkocht vervolgens de huid voordat de beer geschoten was, vergat dat het pas hooi is als het op zolder ligt, en blunderde prompt een stuk terug. Het resulterende eindspel was een remise.
Op bord 1 ruilde Peter Ypma al snel af naar een voordelig loper- en toreneindspel. Hij wist een pion te winnen en dan is het altijd de vraag of dat genoeg is. Peter wist het toreneindspel van 4 tegen 3 te winnen en legde ons later op de avond uit hoe: bij het afruilen van de laatste pionnen op de dameszijde eindigde zijn toren op de vierde rij en hierdoor kon wit na 30…h5 geen 31.h4 spelen. Peter kon zijn h-pion zodoende op h4 plaatsen en dat zorgt voor een theoretisch gewonnen stelling:

Wit kan hier op drie manieren op reageren: niets doen, h4 slaan, of g4 doorschuiven; gxh4 faalt omdat het resulterende structuur met de geïsoleerde f- en h-pionnen te zwak is en g4 doorschuiven creëert te veel gaten. Nietsdoen leek mij het best, maar ook dat zou niet moeten werken omdat wit een ruimtegebrek heeft als hij niet h4 kan spelen (klopt dit ongeveer, Peter!?).
Deze subtiele eindspeltechniek zorgde voor een belangrijk punt, want alles bij elkaar opgeteld eindigde de avond in een 4.5-3.5 overwinning! Albert zorgde voor het laatste halve puntje, en ondanks zijn teleurstelling over de weggegooid winst trok hij dus wel degelijk de winst over de streep! Met twee overwinningen van het krapste soort zijn wij het seizoen dus goed begonnen, maar het laat ook zien hoe klein de verschillen in de Meesterklasse zijn! 28 November spelen we weer, dan uit tegen Overschie.

Schaak-Off bij Messemaker 1847
(door Frank Michielen)
Op 3 november 2025 vond de Schaak-off bij Messemaker 1847 plaats. Het Schaak-off toernooi is een landelijk schaaktoernooi voor alle schaakliefhebbers, bestaande uit lokale voorrondes op de club, waarvan Messemaker 1847 er één van is. De winnaar van elke groep wordt uitgenodigd voor de regiofinales en de winnaars daarvan mogen naar de landelijke finale. De regiofinales worden gehouden tussen 1 december en 31 januari en de grote landelijke finale staat gepland in februari 2026 in De Bilt.
Het aantal deelnemers bij Messemaker was dit jaar erg laag, totaal vier deelnemers waarvan slechts één geen lid was van Messemaker. Na een korte uitleg hoe het schaakverenigingsleven in elkaar zit en wat we allemaal doen zijn we natuurlijk gaan schaken. We speelden deze avond in groepjes van 4, dus drie partijen met een
bedenktijd van 20 minuten per persoon per partij plus 5 seconden per zet. Alles ging in een
vriendelijke en open sfeer en het enthousiasme bleek ook uit de analyses na afloop van de partijen. De uitslagen zijn:

Dit betekent dat de voor de regionale wedstrijden Leslie Tjoo wordt uitgenodigd.
Wij zijn blij dat we onze gast mochten verwelkomen en danken alle deelnemers voor de gezellige avond.
