Messemaker KNSB-team 2 weer dichtbij in Den Haag

(door Eelco Naarding)

We gingen naar Den Haag voor onze tweede wedstrijd dit seizoen, tegen het op papier sterkste team van de groep, SHTV 2. Gemiddeld hadden we 80 ratingpunten minder. Dan is er van alles mogelijk, maar moet het een beetje meezitten.

Frank was als eerste klaar op bord 3:
Mijn partij was kort en niet zo krachtig. Er kwam een Siciliaan Alapin op het bord en er verdween al spoedig veel materiaal van het bord. Het evenwicht werd nauwelijks verbroken en na twintig zetten bood mijn tegenstander remise aan. Ik dacht ook al een paar zetten aan een remiseaanbod, zodat we na 1,5 uur klaar waren.

Niet lang daarna ging Nick ten onder, die er een grondige analyse van heeft gemaakt:

Ik begon de partij met de zwarte stukken, mijn tegenstander begon met 1.e4, ik reageerde met 1…c6, de Caro Kann. De partij ging verder met 2.Pf3 d5 3Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pf6. Een bekende stelling, ik heb dit al 2 keer gespeeld in de interne competitie tegen Albert Segers en Derek Zuurmond dit seizoen. Beide partijen gingen overigens verloren, maar ik was vastberaden om niet dezelfde fouten te maken. De partij ging verder: 5.De2 Pxe4 6.Dxe4 Pd7 7.Lc4 Pf6 8.Pe5 e6 9.De2 b5. Precies zoals eerder dit seizoen tegen zowel Albert als Derek. De zet 9…b5 zet een mooie val op, als wit besluit te pakken op c6 dan volgt 10…Dc7 11.Lxb5 a6 12.La4 Ld en na bijv. 13.Df3 Tc8 is het onmogelijk om stukverlies voor wit te voorkomen. Mijn tegenstander was helaas goed genoeg om hier niet voor te vallen en besloot 10.Lb3 te spelen. Wederom dezelfde stelling.

De partij ging verder: 10…Dc7 11.d4 Ld6 12.O-O O-O 13.c3 a6 14.f4 c5. Uiteraard is mijn idee om de a7-g1 diagonaal open te breken en mijn andere loper op b7 te plaatsen. Maar al snel had ik door dat mijn tegenstander ook al goed op weg was om zelf een sterke aanval op te zetten. 15.Lc2 werd gespeeld, gevolgd door 15…cxd4 16.cxd4 Lb7. Hier was ik eigenlijk nog heel tevreden met mijn stelling:

Maar zoals eerder benoemd is mijn tegenstander ook behoorlijk actief met een sterk
loperpaar, een toren die vrij snel op een open f lijn kan opereren en een dame die
mogelijkheden heeft om naar mijn koningszijde te bewegen. In deze stelling was ik vooral
bang voor de zet 17.f5 en mijn tegenstander was het daar volledig mee eens, want vrijwel direct na mijn zorgen stond die zet op het bord. Ik speelde toen eerst 17…Tac8, gevolgd door 18.Ld3 Db6. Mijn vermoeden was dat hij hier verplicht was om 19.Le3 te spelen en na 19…Pd5 20.Lf2 heb ik 20…Pf4, dan zou ik geforceerd de witte loper van het bord kunnen halen. Dat zou heel erg fijn zijn geweest, maar uiteraard is mijn tegenstander niet verplicht om 20.Lf2 te spelen. Dus de partij ging verder met 20.fxe6. 

De exacte sterkte van deze zet had ik duidelijk onderschat. Ik had uiteraard wel gezien dat hij hier dreigt om bijv. Dh5 te spelen, of Lxh7 en dan Dh5. Maar ik had een aantal cruciale
zetten verkeerd ingeschat. Mijn eerste gevoel was hier dat ik op e5 kon pakken met mijn
loper en een onderdeel kon winnen, hij kon natuurlijk niet terug slaan want dan pak ik op e3
met mijn dame en ruilen we dames af. Maar na 20…Lxe5 speelde hij direct 21.Lxh7+, als ik hier pak dan komt 22.Dh5+ Kg7 23.exf7, en dan moet ik mijn toren opgeven, dus mijn vermoeden was dat 21…Kh8 de beste zet zou zijn. En na 22.Dh5 had ik 22…Pf6 in gedachten, maar ik kwam er na het spelen van 22.Dh5 achter dat dat natuurlijk niet
mogelijk is vanwege 23.Txf6. Dus hier was ik eigenlijk al direct in de
veronderstelling dat ik aan het verliezen was. En dat klopt, ik kwam nog wel op de zet 22…Pf4, een leuk idee. Als hij hier bijv. met de loper pakt dan kan ik de aanval enigszins overleven omdat de pion op d4 hangt met schaak. Maar na 23.Txf4 was de situatie nog steeds erg droevig voor zwart.

Het is hier al compleet verloren voor zwart, maar wit moet nog wel het juiste vervolg zien
te vinden. De pion op d4 is natuurlijk heel zwak. De partij ging verder als volgt: 23…Lxf4 24.Lf5+ Lh6 25.Lxh6 g6. Ik had hier helaas ook gemist dat ik de pion op d4 natuurlijk niet kan pakken, dan kan hij zijn loper terugtrekken met schaak. Dus ik was geforceerd om g6 te spelen en uiteraard is de positie hier hopeloos verloren. Hij speelde 26.Dh4 gevolgd door 26…f6 27.Lxf8+ Kg8 28.Dxf6. Toen heb ik mijn hand uitgestoken en opgegeven. Een leuke partij, helaas viel het kwartje voor mij de verkeerde kant op dit keer.

Ivar speelde remise, net als Leslie, en nu stonden we 1.5-2.5 achter. Derek speelde een zeer gelijk eindspel iets te ambitieus, verloor een kwaliteit en iets later de partij. 1.5-3.5.

Ikzelf speelde op bord 5, tegen dezelfde tegenstander als vorige jaar. Toen met zwart, nu had ik wit. In een QGD liet Ton mij alles op de damevleugel doen wat ik wou. Hij pakte daarvoor ruimte op de koningsvleugel terug, maar de doorgeschoven pionnen waren ook een risico, en hij was veel tijd kwijt met stukmanoeuvres. De cruciale zet was in deze stelling:

27. Ne2! Nd6 28. Bd3 Qxf4 29. Nxf4 Kh6 30. Rc5 Ne8 31. Bb5
Dit monsterpaard op f4 valt de zwaktes op zowel d5 als h5 aan, en is niet makkelijk weg te jagen. Bovendien kan zwart de pionnen op d5 en b7 niet vasthouden na de loperruil. Alle zwarte pionnen behalve die op de a en h-lijn verdwenen, en mijn tegenstander gaf op toen de d-pion ging promoveren:

    Met de stand nu 2.5-3.5 was er toch weer een beetje hoop. Simon speelde een lastig eindspel op bord 7 en onze invaller Marijn had op bord 1 na een zeer overtuigende partij een winnend eindspel op het bord. Misschien was 4-4 nog mogelijk?

    Helaas, de partij bij Simon ging verloren. En Marijn maakte een foutje op het einde. Hij dacht de weg naar de winst te zien, maar zijn tegenstander kon de oppositie pakken. Toch remise. Eindstand: 3-5 verloren.

    Messemaker KNSB-team 1 wint degradatiekraker tegen Overschie 1

    (door Auke Wilming)

    Vorig seizoen deden wij in de KNSB-competitie tot het einde van het seizoen mee voor promotie naar de 2e klasse, maar dit seizoen is promotie wiskundig al bijna onmogelijk. In plaats daarvan zijn we na drie nederlagen veroordeeld tot degradatievoetbal. De jaarlijkse ontmoeting met Overschie was een belangrijke om uitzicht op de veilige plekken te houden. Hieronder op bordvolgorde een verslag van de partijen.

    Jeroen speelde op bord 8 mee als invaller en dat deed hij uitstekend. Met zwart kwam hij al
    redelijk snel in een eindspel terecht waar hij met zijn geïsoleerde d-pion alleen kon
    afwachten. In onderstaande stelling speelde hij Le8-d7-e8-d7-e8! Even later bood zijn
    tegenstander remise aan en dus hielp Jeroen ons al voor de 2e keer dit seizoen succesvol uit de brand.

    Rob speelde op bord 7 en dat werd een frustrerende middag, waar hij wel een puik verslag
    van wist te maken:

    ‘’We hadden het er in de auto nog over gehad: sla niet met de dame op b2, ook al is het goed. Was het toeval? Ik kreeg in de partij de gelegenheid om dit eens te laten zien. Ik speelde in deze stelling e3, zo toelatend dat zwart Db4+ en Dxb2 zou kunnen doen.

    Ik heb snelle ontwikkeling en veel spel voor de pion. In de analyse achteraf bleek dat mijn (overigens sympathieke) tegenstander erg veel waarde aan een pion vóór hechtte. In analysestellingen waar ik op diverse manieren zou kunnen winnen, was het ‘ja maar ik sta nog een pion voor’. In het verloop van de partij liet hij de dame op de damevleugel staan en kwam daarmee in de problemen. Zie het volgende diagram.

    De stelling na 14… c5 15. e5. Zwart speelt nu 15…dxc4 om het paard naar d5 te kunnen brengen, maar verliest hier een stuk: 16. Pxc4 Pd5 17.Ta3 (zie volgende diagram)

    na 17. …Db4 18 Txa6 speelde zwart 18…b5. Hier had ik gewoon Pd6 kunnen spelen en dan
    had ik probleemloos een vol stuk voor gestaan. Maar ach, ik wilde het weer eens mooi doen
    met een tussenzet 19. Tb1? Waarna zwart het logische 19,,,Pc3 speelde en ik niets beters wist dan de kwaliteit terug te geven met 20. Txb4 Pxe2+ 21.Lxe2 bxc4. De computer geeft mij nog steeds een plus van 2.3, maar zwart heeft nu wel weer spel. Ik speelde het verder niet goed waardoor mijn voordeel slonk als sneeuw voor de zon. We speelden in tijdnood nog 20 zetten verder tot hij remise aanbood in de volgende stelling:

    Ik zag niet hoe ik mijn twee zwakke pionnen (d4 en f2) zou kunnen blijven verdedigen.
    Remise leek mij ook prima gezien de stand in de match, dus nam ik het aanbod aan. Nu thuis zie ik dat de computer mij nog steeds een voordeel van +1.5 geeft. Achter het bord was ik minder zeker. Mijn tegenstander vond dat hij minder stond. Dat had hij dan wel weer goed gezien.’’

    Een beetje een spoiler in de laatste alinea, maar het leek inderdaad de goeie kant op te gaan. De volgende twee borden hadden inmiddels namelijk al gewonnen.

    Op bord 6 was Sjoerd als eerste klaar. In een Siciliaanse opening ging zijn tegenstander al
    snel enigszins de mist in en kon zwart b2 slaan. De koning vluchtte naar d2 en dat leek mij
    niet echt speelbaar. Dat bleek, want vier zetten later gaf wit op. Sjoerd won ook al zo snel in
    de RSB, heeft nu 2,5 uit 3 in de KNSB en is op koers voor een welverdiende 2000-rating.
    Lekker!

    Kees speelde op bord 5:

    ‘’De cruciale stelling van mijn partij na de 21ste zet Dd1-h5.

    De opening behandelde ik wat slordig. Het gevolg was dat zwart kans zag mijn e-pion te
    veroveren. Dat ging ten koste van een verzwakking van de zwarte koningsstelling, maar dat had niet fataal hoeven af te lopen als zwart zich hier met 21…De7 had verdedigd met nog steeds een klein voordeel. Zwart ging hier de fout in met 21…dxe5? waarna het snel mis ging na 22.Dg6+ Kh8 23.Dxh6+ Kg8 24.Txe1.’’

    Op bord 4 speelde Jan met zwart een interessante partij. Wit probeerde de ontwikkeling van de witveldige loper te frustreren met het antipositonele f4-f5. Ik was hier vanaf de zijkant best van onder de indruk, maar uiteindelijk wist Jan af te wikkelen naar een eindspel van elk toren en loper met 4 pionnen. Jan kon de pionnen aan de dameszijde amper dekken en ik vreesde het ergste. Maar hoe hij het deed, deed hij het, en Jan wist af te wikkelen naar een stelling met enkel twee pionnen aan de koningszijde. Gezien de situatie op de andere borden speelde zijn tegenstander hier toch door, en dat kwam hem bijna duur te staan. Jan wist een pion te winnen, maar toen na de lopers ook de torens werden geruild, kon zwart zijn koning niet meer van de h-lijn bewegen door de horizontale oppositie van de witte koning. Een zwaarbevochten remise dus, na een sterke verdediging in een lastige stelling van Jan.

    Ikzelf speelde op bord 3 met wit tegen de erg sterke Quirinius van Dorp. Hij koos voor een
    zijvariant van de Ruy Lopez en het werd een complexe partij. Eenmaal in het middenspel speelde ik na een half uur nadenken 14.Ph4, mede mogelijk gemaakt door de toren op a4
    (bijvoorbeeld 14…Pxe4 15.Pxe4 Dxh4 16.d5 Pe7 17.Pxd6 en wit wint).

    Ook mijn tegenstander ging nu de denktank in en kwam op 14…Tb8, om in een aantal
    varianten de b7-loper verdedigd te hebben. Achter het bord hoopte ik een aanval te kunnen
    laten slagen met zetten als Df3 en Pf5, maar dat sloeg niet echt door. Ondertussen had zwart nog maar 8 minuten voor de laatste 21 (!) zetten, en dat gaf de doorslag. Ik wist na een aantal fouten over en weer de f-lijn te openen en dan werken de offers wel.

    Wit wint, hoe? Overigens is dit de hoogste rating die ik ooit heb verslagen!”

    Scott speelde op bord 2 en stond opmerkelijk passief, met een dame op a7, het paard nog op b8 en de toren op a8. De aard van de stelling was echter zo dat wit niet veel kon forceren met zijn meer ontwikkelde stukken. Enige tijd later wist Scott dan ook zijn stukken te mobiliseren en leek hij de beste troeven te hebben. Helaas zag hij een dame-offer over het hoofd, waarna wit domineerde met een loperpaar en en toren tegen een dame. Daar was geen beginnen meer aan. 1-0.

    Peter speelde op bord 1 en schreef daar het volgende over:

    ‘’In mijn partij (een Réti-opening) wist ik in de opening snel de opmars b2-b4-b5 door te
    zetten, waarna het zwarte paard van c6 naar d8 terug moest en de loper van c8 lange tijd
    opgesloten bleef. Ik verzuimde echter om de manoeuvre Pc3-a4-b6 uit te voeren, omdat ik die loper van c8 minder waard vond dan mijn paard. In plaats daarvan gebruikte ik zeeën van tijd (mijn tegenstander trouwens ook, maar wel iets minder), waardoor ik de laatste 25 (!) zetten in hevige tijdnood verkeerde, terwijl mijn tegenstander hevig tekeer ging op mijn
    koningsstelling. Wonder boven wonder wist ik er ongeschonden vanaf te komen en kort na
    zet 40 werd de vrede getekend, waarmee de teamoverwinning formeel een feit was (hoewel intussen wel duidelijk was dat Jan niet meer kon verliezen en dus was de teamwinst eigenlijk daarvoor al bekend). ‘’

    Wij winnen deze vier- of zespuntenwedstrijd dus! De rest van het seizoen hebben wij nog een hoop werk te verzetten, maar we zijn in ieder geval van de nul af. Op 13 december spelen we weer een belangrijke wedstrijd, dan uit tegen RSR Ivoren Toren.

    Zie ook het verslag van Overschie van deze wedstrijd.

    Messemaker-teams behalen 50% scores op 2e speelavond van Groene Hart Jeugd Cup

    Op de eerste speelavond van de Groene Hart Jeugd Cup competitie wisten de twee Messemaker-teams beiden hun poules te winnen en daardoor te promoveren naar een hogere poule. Zodoende mochten Messemaker 1 en Messemaker 2 op 21 november in Rotterdam aantreden in de poules 3A resp. 4A. Daarin bleken inderdaad de niveaus hoger te liggen en hadden de Messemaker-teams aanzienlijk meer tegenstand. Uiteindelijk scoorden zij beide 50% (1x winst, 1x gelijk, 1x verlies) en daarmee gaan zij noch promoveren noch degraderen. Op de derde speelavond (12 december) zullen zij dus weer op hetzelfde niveau spelen.

    Alle uitslagen komen binnenkort op de GHJC-website. Hieronder een tweetal foto’s van de Messemaker-teams in actie.

    Correctie op bovenstaand bericht: Nu de uitslagen gepubliceerd op de GHJC-website blijkt dat Messemaker 1 met 2x winst en 1x verlies op de 2e plaats in poule 3A is geëindigd en Messemaker 2 met 2x gelijkspel op de 3e plaats in poule 4A. Maar de conclusie dat beide teams zich handhaven blijft correct.

    Wisselende resultaten voor Messemaker-jeugd in GP-toernooi Zoetermeer

    (door Peter Scheeren)

    Zondag 8 november was er een Grand Prix jeugdtoernooi in Zoetermeer, waar maar liefst negen Messemaker-jeugdleden aan deelnamen. Bij een GP-toernooi wordt er in verschillende groepen gespeeld, waarbij de groepsindeling zo veel mogelijk op sterkte (rating) gemaakt wordt.

    Vier van de negen Messemaker-deelnemers eindigden op een van de eerste drie plaatsen in de eindstand van hun groep, waardoor zij met een beker naar huis konden gaan (zie foto). Voor de andere vijf (David, Joris, Teja, Emilia en Lasya) was het vooral een leerzame ervaring.

    Alle eindstanden zullen binnenkort op de toernooiwebsite gepubliceerd worden.

    De prijswinnaars van Messemaker: Thijmen, Delano, Ravie en Jevaro

    Winst van RSB-team 1 op Fianchetto

    (door Auke Wilming)

    Het eerste RSB-team speelde haar tweede competitiewedstrijd op 3 november tegen Fianchetto. In de seizoenouverture tegen Charlois hadden wij een benauwde overwinning geboekt, en als zelfbenoemde kampioenskandidaten hoopten wij ook vandaag twee matchpunten te scoren. We waren in ieder geval op volle sterkte! Hieronder volgt een samenvatting van de partijen op bordvolgorde.

    Sjoerd was op bord 8 als eerste klaar. Zijn tegenstander speelde een moderne verdediging en beantwoordde Sjoerds 17.h4 met 17…h5. Nu was de zwartveldige loper de enige verdediger van de zwarte velden rond de koning. Toen zwart met 21… Le7 de witte toren op d6 aanviel was de keuze om die te offeren dan ook snel gemaakt. De compensatie was overweldigend, met een sterk centrum en een hulpeloze zwarte koning. Vijf zetten later moest zwart zijn dame geven om mat te voorkomen en konden de stukken weer de doos in. Een vlekkeloze partij van Sjoerd!

    Op bord 6 en 7 was er sprake van een unicum: een dubbele Guido-Kees ontmoeting. Op bord 7 werd onze Kees in een Trompovsky al snel verrast doordat hun Guido zijn g-pion offerde. Beide koningen rokeerde niet maar stonden op de f lijn, en omdat wit meer initiatief had was dat vooral voor Kees gevaarlijk. Uiteindelijk brak wit door, en na 29.Df6+ was dameverlies onvermijdelijk, dus won Guido van Kees.

    Fianchetto’s Kees kon de eer niet reden voor de Kezen; ook op bord 6 won Guido. Onze Guido offerde zijn paard prachtig op d5 om vervolgens door te breken met 17.e6. 18…fxe6 was de enige manier om evenwicht te houden, maar zwart kon het niet doorrekenen en na 18…Txh2 stond Guido straal gewonnen. Na 31.Db6 was het mat in één, dus gaf Kees van Toor op.

    Albert speelde op bord 5 een rustige Slavische verdediging met zwart en pakte op het juiste moment de c4-pion. Volgens de computer was de stelling nu al -1.3, en ook ik zag het rooskleurig in. Toch wist wit op de damevleugel kansen te creëren en enige tijd later was de stelling dus weer in evenwicht. Nadat wit een dameruil afsloeg kon Albert de 1 e rij domineren en had het einde verhaal moeten zijn. Helaas sloeg de vermoeidheid toe bij Albert en ruilde hij in gewonnen stelling af naar een gelijk toreneindspel. Hierin werden geen fouten meer gemaakt. Al met al een teleurstellende remise voor Albert, dus.

    Scott wist op bord 4 met wit in een Damesgambiet een goed middenspel te bereiken. Zwart had nog twee zetten nodig om zijn stukken te ontwikkelen,en voor dat zover was had Scott door moeten pakken met 17.d5. Deze kans miste Scott helaas en dus kon zwart zijn loper en toren ontwikkelen. Nu was de partij volledig in evenwicht en doofde hij snel uit naar een toreneindspel waarin geen winstkansen meer waren. ½-½.

    Op bord 3 mocht Jan zijn ongelukkige reeks proberen om te buigen tegen de 2300-rated Martin Roobol. Jan speelde zijn geliefde Frans en won een pion in ruil voor een passieve stelling. Tot aan de tijdnoodsfase kon het beide kanten op, maar uiteindelijk werd Jan toch
    verslagen.

    Ik (Auke) koos met wit voor een Maróczy Bind en mijn tegenstander combineerde daar tegen e5 met Lg7. Toen ik dit voor het eerst tegen me kreeg kon ik mijn ogen niet geloven, maar deze opzet is helemaal niet zo gek: een paard op d4 wordt ondersteund door de e5-pion en de loper. De vorige keer verloor ik vrij rap en ik was dus een gewaarschuwd man. Zwart koos voor een min of meer gedwongen variatie waarin hij mijn beide lopers won. In het daaropvolgende middenspel stond ik eigenlijk super comfortabel, want een paard op b6 blokkeerde het tegenspel op de dameszijde en mijn andere paard had ook de potentie om op het d5-gat te landen. Zwart had in deze stelling toch een serieus probleem met zijn zwartveldige loper, die nu immers ook geen paard op e4 meer kon ondersteunen. Al deze interessante dynamieken ten spijt werd de partij op hele andere gronden beslist: ik wist zwarts dame in te sluiten en te winnen voor een toren. Ik verkocht vervolgens de huid voordat de beer geschoten was, vergat dat het pas hooi is als het op zolder ligt, en blunderde prompt een stuk terug. Het resulterende eindspel was een remise.

    Op bord 1 ruilde Peter Ypma al snel af naar een voordelig loper- en toreneindspel. Hij wist een pion te winnen en dan is het altijd de vraag of dat genoeg is. Peter wist het toreneindspel van 4 tegen 3 te winnen en legde ons later op de avond uit hoe: bij het afruilen van de laatste pionnen op de dameszijde eindigde zijn toren op de vierde rij en hierdoor kon wit na 30…h5 geen 31.h4 spelen. Peter kon zijn h-pion zodoende op h4 plaatsen en dat zorgt voor een theoretisch gewonnen stelling:

    Wit kan hier op drie manieren op reageren: niets doen, h4 slaan, of g4 doorschuiven; gxh4 faalt omdat het resulterende structuur met de geïsoleerde f- en h-pionnen te zwak is en g4 doorschuiven creëert te veel gaten. Nietsdoen leek mij het best, maar ook dat zou niet moeten werken omdat wit een ruimtegebrek heeft als hij niet h4 kan spelen (klopt dit ongeveer, Peter!?).
    Deze subtiele eindspeltechniek zorgde voor een belangrijk punt, want alles bij elkaar opgeteld eindigde de avond in een 4.5-3.5 overwinning! Albert zorgde voor het laatste halve puntje, en ondanks zijn teleurstelling over de weggegooid winst trok hij dus wel degelijk de winst over de streep! Met twee overwinningen van het krapste soort zijn wij het seizoen dus goed begonnen, maar het laat ook zien hoe klein de verschillen in de Meesterklasse zijn! 28 November spelen we weer, dan uit tegen Overschie.