Foutenfestival nekt KNSB-team Messemaker-1

(door Albert segers)

In de uitwedstrijd van ons eerste KNSB team op zaterdag 11 februari tegen de Capelse SchaakVereniging, kwam de ontnuchterende waarheid weer eens aan het licht: “Schaken is een spel van fouten maken”. Partijen die verloren hadden moeten worden werden gewonnen of geremiseerd, partijen die gewonnen stonden werden verloren of verzandden eveneens in remise. Waarbij de eindbalans uiteindelijk in ons nadeel uitviel. De meeste partijen waren wel spannende en meeslepende gevechten. Met als uitzondering de wat technischer Segers & Segers partijen. Ja, toeval bestaat niet!

Laten we de borden maar eens langslopen. Gewapend met de computeranalyse kan deze kiebitzer rustig zijn genadeloze oordelen vellen …

Peter Y (bord 1 met wit) overzag of onderschatte (?) een sterke tussenzet van Jeffrey van Vliet (2381) en kwam een pion achter. De stelling was lange tijd verloren, maar in de tijdnoodfase miste Jeffrey op zijn beurt een mooie tactische wending waardoor Peter de pion terugwon en een duidelijk betere stelling overhield. Nog lang op winst gespeeld, maar toen de teamnederlaag een feit was berustte Peter in de remise (½-½).

Sjoerd (bord 2 met zwart) viel in voor Peter S (die helaas verhinderd was wegens ziekte) en mocht het opnemen tegen Leon Koster (2250). Dat beloofde dus een zware middag te worden voor hem. Maar Sjoerd speelde fris van de lever zijn eigen spel, een scherpe Siciliaan, en bood prima partij. Zijn tegenstander speelde het sterk, ging voor maximale activiteit tegen de zwarte koning in het midden. Hoewel de stelling met een witte dame tegen de twee torens van Sjoerd nog niet zo duidelijk leek, bewees wit uiteindelijk zijn gelijk (0).

Erik (bord 3 met wit) speelt een heel ongelukkig seizoen. Met wit gaat hij er altijd voor, in de scherpe hoofdvarianten. En zo hoort het ook, zeker op zijn leeftijd J. Deze middag kwam hij, dankzij sterke voorbereiding denk ik, totaal gewonnen te staan tegen Paul Schrama (2190) die ook goed op de hoogte was gezien zijn snelle spel. Op zet 16 offert zwart een kwaliteit, wat allemaal nog bekend is! Maar daarna gaat hij niet goed verder en komt Erik enkele zetten later met sterk spel totaal gewonnen te staan. En dan gaat het opeens mis: waar 24.De2 een stellingsvoordeel van +4.00 geeft, levert het gespeelde 24.Db3 slechts een voordeel van +0.60 op. Dat scheelt een slok op een borrel! Hierna ging het langzaam maar zeker bergafwaarts voor Erik. Helaas een harde en zure (0).

Op bord 4 zagen we ook een mooi en meeslepend gevecht tussen Henk-Jan (met zwart) en Mark Trimp (2135). Beiden deden niet voor elkaar onder in het wederzijds naar de keel vliegen op de koningsvleugel. Helaas zag Henk-Jan net even te laat de verraderlijke kracht van de manoeuvre Dd1-f3-h3 over het hoofd en moest spoedig de handdoek werpen (0).

Wim (bord 5 met wit) zie ik als de slapende schaakreus. Maar owee als je deze man echt prikkelt. Hij vond het prima dat Roel Trimp (2041) zijn koning kietelde met aanvalszetjes, terwijl hij zelf rustig verder ging met zijn strategische verwurging. Maar dat dreigde – naar Wim’s eigen zeggen – op een gegeven moment mis te gaan. Roel speelde sowieso een goede partij, lekker actief met zwart. Op zet 25 geeft mijn computer de beruchte waardering 0.00. M.a.w. gelijke kansen, onduidelijk, zoek het lekker zelf uit. Daarna werd het rommelig. Roel speelt 25… De8? met het op zich goede idee van Dg6, hiervan was Wim zodanig onder de indruk dat hij zijn eigen dame terug- en omspeelde, terwijl 26.h4! een computerwaardering van +2.00 geeft. Dat bedoel ik dus, het spel is gewoon te moeilijk voor ons. In de tactische slagwisseling die volgde in de tijdnoodfase had Wim duidelijk de overhand. Hij won een stuk en aan het eind ook nog de dame (1).

Ed (bord 6 met zwart) verloor heel ongelukkig tegen Reinoud Segers (2036). Ik ken Reinoud niet persoonlijk, we zijn ook geen directe familie van elkaar voor zover we weten, maar hij vond het wel leuk om bij aanvang te melden dat zijn zoon Albert heet. Wit speelde vanaf het begin consequent op de geïsoleerde zwarte d-pion. Ed speelde dit prima tegen en had de stelling probleemloos kunnen houden (comp geeft slechts een voordeel van +0.10). Maar in tijdnood deed Ed helaas een actieve zet die tactisch afgestraft werd met pionverlies. Het eindspel was daarna moeilijk te houden, maar stug verdedigen en de beperkte tijd boden zeker nog remisekansen. Het mocht helaas niet zo zijn (0).

Op bord 7 zat het ons weer erg mee. Jan speelde met wit tegen Jan Peter Bogers (1988) en had het zwaar na de opening. Hij verloor een pion waarvoor hij eigenlijk onvoldoende compensatie had. Dat realiseerde Jan zich terdege en speelde daarom zo scherp mogelijk verder, om de zaak zoveel mogelijk te compliceren. Dat is ook echt wel zijn handelsmerk weet ik uit eigen ervaring. Zij tegenstander pakte een tweede pion en werd toen getrakteerd op een sterk torenoffer van Jan wat de partij helemaal deed kantelen. De stelling was eerst nog onduidelijk, maar één foute zet van zwart werd hem direct fataal. Hier kwamen wij dus best goed weg (1).

Albert (bord 8 met zwart) kwam wat moeizaam uit de opening tegen Jessica Derksen-Harmsen (2073), onder haar meisjesnaam bekend als oud-kampioene van Nederland. Hij moest (net als Ed) ook op zoek naar compensatie voor zijn geïsoleerde d-pion. Dat lukte uiteindelijk met enig kunst- en vliegwerk. Waarbij gezegd moet worden dat wit ook niet echt doorpakte. In het toreneindspel stond het gelijk, op één moment na waarin wit in een soort zetdwang was geraakt. Ik had toen eenvoudig een pion kunnen winnen met grote winstkansen, wit had namelijk geen tegenspel. Toen ik die kans jammerlijk miste was het potremise. (½-½)

Door deze nederlaag met 5-3 staan we nu op een gedeelde derde plek, met vijf punten achterstand op koploper VAS. Op de heenweg hadden Erik en ik het er nog over dat we niet meer naar beneden hoefden te kijken dit seizoen, maar alleen omhoog. De grote vraag is waarheen we nu moeten kijken? Naar links en naar rechts misschien? Laten we in elk geval ernaar streven om de broederstrijd met Sliedrecht in ons voordeel te beslechten. Het is ten slotte altijd goed om een sportief doel voor ogen te hebben.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *