Handicaps bij het Watertorentoernooi

In het Watertorentoernooi hebben de sterkere spelers één of meer handicaps in de partijen tegen zwakkere spelers,
waardoor elke partij spannnend kan worden!

  1. De zwakkere speler mag éénmaal in de partij twee zetten achter elkaar doen.
  2. De zwakkere speler mag éénmaal in de partij zijn laatste zet terugnemen en in plaats daarvan een andere zet doen.
  3. De zwakkere speler mag met zijn pionnen ook achteruit zetten of slaan.
  4. De sterkere speler mag met zijn lopers slechts één veld vooruit of achteruit.
  5. De sterkere speler mag met zijn torens slechts één veld vooruit, achteruit of opzij.
  6. De sterkere speler mag NIET rokeren en NIET en-passant slaan.
  7. De sterkere speler mag NIET met een pion promoveren.
  8. De sterkere speler mag NIET met een pion slaan.
  9. De sterkere speler speelt met een loper of paard minder (de zwakkere speler kiest welke loper of paard dat is).
  10. De sterkere speler krijgt één minuut minder op de klok.