Vlaggenschip verliest nipt van de Toren Arnhem

 

De eindstand 4.5-5.5 suggereert dat het een spannende middag was in Gouda. Op ieder bord was het dat ook zeker, maar over het geheel leek het er de hele middag op dat de Toren aan het langste eind zou gaan trekken. Onze tegenstanders kwamen op een zeker moment ook met 5-1 voor. Verrassend genoeg werd het daarna nog even heel spannend. Ed wist namelijk een mooie partij met een punt af te sluiten en Peter en Jan slaagden erin om twee eindspelen met ongelijke materiaalverdelingen te winnen. De tegenstander van Wim offerde echter op het goede moment een kwaliteit, waardoor het daar remise werd en de matchpunten alsnog naar Arnhem gingen.

 

Liam Vrolijk:

Ik kreeg trompovsky tegenover mij en ik wist niet goed wat ik moest doen. Hij had veel ontwikkelingsvoorsprong en daarnaast had ik een probleemloper op c8. De witte stukken stonden heel goed en omdat ik iets moest doen om mijn stukken beter te laten werken, besloot ik een actie in het centrum te ondernemen. Wit verweerde dit echter makkelijk en met een mooi stukoffer had de winst binnen moeten zijn, maar toen wit nog een stuk in de aanbieding deed had ik zelfs beter kunnen staan. Ik pakte het stuk helaas met het verkeerde stuk en daarna was het over.

 

Peter Scheeren:
Ik had de eer om tegen grootmeester Ruud Janssen te spelen. In de opening speelde ik met wit al op de derde zet mijn pion naar a4 (de openingszeten waren: 1.Pf3 Pf6 2.g3 b5 3.a4 b4), maar wie had kunnen vermoeden dat die pion op a4 mij later noodlottig zou worden...... Ik liet mij in de opening in op een opzet die Fischer vroeger veel gespeeld had, maar die deed dat waarschijnlijk toch beter dan ik: van een koningsaanval kwam het namelijk niet en zwart won gemakkelijk op de damevleugel (dankzij de zwakte van pion a4!).

 

Henk-Jan Evengroen:

Met zwart speelde ik tegen Joost Offringa die een engelse opening speelde. Op zet 5 week hij af van de gebruikelijke varianten en koos voor een variant die ik de databases die ik tot mijn beschikking heb niet eerder is gespeeld. Bij de voortzetting die ik koos was ik verplicht twee pionnen te pakken en daardoor wat achterstand in ontwikkeling te accepteren. Hierdoor ontstond er een onduidelijke stelling waar we beide nauwkeurig moesten spelen. Dit deden we een lange tijd, totdat ik in een nog onduidelijk, maar gelijkwaardige stelling een blunder maakte, waardoor ik een stuk verloor. Hierna was het ook direct afgelopen. 

 

Wim Heemskerk:
In een Reti-opening offerde ik met wit een kwaliteit, maar kreeg daar wel twee pionnen en een sterk loperpaar voor terug. Geen erg heldhaftig 'offer' dus. Het probleem van de stelling was mijn pionnen mobiel te maken, maar mijn tegenstander wist dat goed te voorkomen. Er dreigde steeds het gevaar dat er na te snel opspelen een blokkade zou ontstaan, waarna de zware stukken van zwart de overhand zouden krijgen. Aangezien er  zonder pionnenopmars echter niets zou gebeuren en het op de andere borden geen pretje voor ons leek te worden, besloot ik toch maar met mijn d-pion op te rukken naar d6. In de tactische schermutselingen die hierna ontstonden reageerde mijn tegenstander niet nauwkeurig, maar op mijn beurt profiteerde ik niet optimaal. Zo bleef alles helaas binnen de marge. Weliswaar sloeg ik een remise-aanbod nog wel af, maar na het teruggeven van de kwaliteit ontstond er een eindspel met ongelijke lopers dat potremise was.

Ed Roering:

Na 5 zetten wist mijn tegenstander al niet meer goed hoe verder te gaan en al vrij snel had ik met zwart een lekkere stelling. Mijn tegenstander bleef lang nadenken, maar kon niet voorkomen dat hij in de verdediging werd gedrukt. De beslissende klap was echter niet zo makkelijk uit te delen en ik ging ook veel tijd gebruiken. Wit verdedigde voorlopig goed en omdat ik niet optimaal speelde kreeg hij even weer een gelijke stelling. Toen bewandelde hij echter dwaalsporen door mijn pion op a3 te veroveren. Hierdoor kwam zijn paard even buiten spel te staan en kon ik op de koningsvleugel toeslaan.en hoewel ik het sneller uit had kunnen maken liet ik niet meer los. Met een paardoffer tenslotte won ik beslissend materiaal waarna het eindspel met een kwaliteit meer niet moeilijk meer was.

O ja, ik vergat bijna mijn 40e zet te doen, gelukkig kon ik in een reflex in de laatste drie seconden de belangrijke pion op h6 dekken met ..,Kh7. Tja, het zal je gebeuren..

 

Peter Ypma:

Voor een keertje verliep de opening volledig naar wens. Ik won al snel twee lichte stukken voor een toren en een pion. De stelling leek goed voor mij, maar ik kon het in de partij niet bewijzen. Even later had ik zelfs een minder eindspel op het bord. Daar bood mijn tegenstander remise aan. Ik hoefde niet lang rond te kijken om te zien dat ik voor het team moest doorspelen. Bovendien gaf de ongelijke materiaalverhouding (2 paarden tegen een toren en twee pionnen) ook nog genoeg mogelijkheden om gekke dingen te doen. Ik speelde dus door en dat pakte goed uit, want na veel gegoochel met mijn paarden wist ik de stelling uiteindelijk te winnen!

 

Gert-Jan Ludden:
Ik dacht dat alleen de maand augustus zwarte zaterdagen kent, maar blijkbaar heeft november er ook een, namelijk 26 november! Ik speelde met zwart de Paulsen variant van het Siciliaans. Ik kwam met redelijk spel uit de opening en er ontspon zich een interessante strijd in het middenspel. Ik verbruikte daarbij aanzienlijk meer tijd dan mijn tegenstander. Rond de dertigste zet bereikte ik een zeer kansrijke stelling. Op de 34e miste ik echter een geforceerde en vrij gemakkelijke winstvariant. Op de 37e zet kon ik door afruil van de lichte stukken een winnend toreneindspel op het bord krijgen. Dat deed ik dus ook niet. Vervolgens liet ik twee keer een remisevariant lopen en dacht de partij op ingenieuze wijze te gaan winnen. Mijn tegenstander dacht daar evenwel anders over, had nog een sublieme reddingspoging, waarna ik een tempo te kort kwam om zijn vrije g-pion te stoppen. Daarmee eindigde een mooie partij in een dramatisch slot. Een zwarte zaterdag dus, zeker toen later bleek dat Messemaker de wedstijd met 5,5-4,5 verloor. Schaken is keihard.

 

Erik Hennink:
Met wit op bord 8 kwam ik ongeveer gelijk uit de opening. In het middenspel, waarbij veel stukken werden geruild, vochten we voor het initiatief en uiteindelijk kreeg mijn tegenstander een klein voordeeltje. Echter deed hij een mindere zet waardoor het voordeel direct omsloeg en ik met een kleine combinatie een stuk voor 2 pionnen won. Ik stond duidelijk beter, maar het zou nog best wat inspanning vergen om het volle punt binnen te halen. Mijn tegenstander ging echter nogmaals in de fout wat leidde tot ondekbaar mat.

 

 

Ben van Geffen:

Na een uitgebreide voorbereiding had ik vandaag het "geluk" tegen een invaller te mogen spelen, die ten eerste heel behoorlijk schaakte en ten tweede helemaal geen zin had in mijn voorbereide varianten.... Maar goed, er kwam een beetje saaie witte opening op het bord en ik besloot, ten onrechte misschien, tot 7.... a5?! om wat complicaties te scheppen. Dat was nog niet verkeerd. Iets later was de doorstoot 11.... a4?! twijfelachtig.  Toch kon ik op zet 18 na Lx(P)e4 met de d-pion terugslaan in plaats van het gespeelde Dxe4?! Ik zou dan zeer goede kansen gekregen hebben op een voordeeltje. Na de minder goede terugname kreeg ik het moeilijk. Nog miste ik een zet die gelijkspel had opgeleverd. Daarna ging het bergafwaarts. Een compliment voor de witspeler. Hij maakte het bekwaam af. Alleen vraag ik me af: wanneer ga ik nou eindelijk eens mijn beste spel spelen?!

 

Jan Evengroen:
Met wit speelde ik op bord 8 tegen Sjaak Offringa. In de opening herhaalden we een aantal malen de zetten zonder 3 x dezelfde stelling te hebben. Mijn loper is voor de 15e zet 4 x naar e3 gespeelt en het paart van zwart 4x naar g4. Omdat zwart niet rokeerde kon ik de pion op b5 met de loper slaan, hierdoor ontstond een moeilijk taxeerbare stelling. Na een lange verplichte afruil kwamen we in een remiseachtig eindspel met ongelijk materiaal. Omdat zwart een mindere zet deed kon ik afwikkelen naar een gewonnen Paart / Loper eindspel.